Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Gepubliceerd op 04-12-2017

Thomás

betekenis & definitie

Aramees 'tweeling', vergelijk Gri. Didymus. Volgens Eusebius was de naam van de discipel eigenlijk Juda of Judas.

Thomas was een bijnaam om hem te onderscheiden van de andere met dezelfde naam. Hij was de latere apostel en werd de 'ongelovige Thomas' genoemd omdat hij aanvankelijk niet wilde geloven in de opstanding van Christus (Johannes 20, 24-29). Volgens de overlevering zou hij martelaar in Indië geworden zijn. Kerkelijke feestdag: 21 december. Voorts als heiligen: 1) Thomas van Aquino, geboren 1226 bij Monte Cassino, een van de grootste theologen uit de Middeleeuwen; gestorven 1274; kerkelijke feestdag: 7 maart; 2) Thomas Becket, geboren in Londen omstreeks 1118. In 1162 werd hij aartsbisschop van Canterbury; vermoord in 1170. Kerkelijke feestdag: 29 december. Zijn verering verbreidde zich spoedig over Europa; 3) Thomas Morus (More), schrijver van het bekende 'Utopia'. Wegens zijn weigering om afstand te doen van het katholieke geloof werd hij in de Tower onthoofd. In 1935 werd hij gecanoniseerd; kerkelijke feestdag: 6 juli. De naam was al in de tijd van de Merovingen in gebruik. In Nederland is hij sinds de 12e eeuw aan te treffen. Via de verkorting Maes werd de naam soms verward met Dammaes (zie Damasus), bijvoorbeeld Dammas = Thomas = Thaem van Hogendorp, heer van Spaernewoude, ca.1442 (Ned. L. 1959, 165). De populariteit ging niet alleen uit van de verering van de apostel, maar ook van die der genoemde heiligen, vooral Thomas van Aquino. Ook in Engeland was hij al vroeg zeer frequent.

< >