Tweestammige Germaanse naam. Grim- betekent 'verbitterd, boos' of 'masker' (zie grim-), het tweede lid is -wald 'heersen' (zie -wald-).
Deze naam komt reeds in het Longobardisch voor in de vorm Grimoald. Later als Italiaanse familienaam Grimaldi, gedragen door de vorsten van Monaco.