Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

valvula Tulpi

betekenis & definitie

valvula ileocaecalis, klep aan de uitmonding van het laatste deel van de dunne darm in het zakvormig begin van de dikke darm (ook valvula Bauhini genoemd).

Nadat in 1579 de Zwitserse anatoom Gaspard Bauhin (1560-1624) de klep al had beschreven, verscheen in de Insigten over de geneeskunst, een werk van de bekende Amsterdamse arts Nicolaas Tulp (1593-1674), een uitvoerige verhandeling over deze ‘darmclap’.

Wie Tulp niet kent, spoede zich naar Den Haag, om daar in het Mauritshuis een van Rembrandts meesterwerken, ‘De anatomische les van Dr. Nicolaas Tulp’ (1632), te aanschouwen. Voor anatomen, kunst- en medisch-historici is het doek nog steeds een uitdaging. In vele opzichten is het werk uniek. Hoe ongedwongen en natuurlijk is de compositie, hoe magnifiek zijn de contrasten tussen licht en donker, hoe prachtig steekt de frisrode kleur van de onderarmspieren af tegen de kilte van het dode lichaam en het stemmige zwart van docent en leerlingen.

Tulp, eigenlijk Claes Pietersz. geheten, werd in 1593 als zoon van de protestantse lakenkoopman Pieter Dircksz. in Amsterdam geboren. Door een kleine erfenis kon hij zich in 1611 als medisch student in Leiden laten inschrijven, waar hij in 1614 promoveerde. Gewapend met de doctorsbul vestigde hij zich in zijn geboorteplaats en betrok hij een deftig huis aan de Keizersgracht. Aan de gevelsteen boven de deur was een tulp afgebeeld, waaraan hij zijn naam Tulp ontleende (thans Keizersgracht 210).

Door zijn bekwaam en helder inzicht, maar vooral door de menselijke wijze waarop hij zijn patiënten benaderde, kreeg Tulp, de ‘Esculaap vol heil en hulp’, al spoedig een grote praktijk. Voor zijn koetsje, waarmee hij als eerste medicus zijn patiënten bezocht, had hij onder zijn huis ‘in de kelder plaats daartoe geprepareerd’. Van 1628 tot 1652 was hij openbaar voorlezer in de anatomie (praelector anatomiae), waarbij hij de taak had aan de hand van lijkopeningen aan de chirurgijns lessen in de anatomie te geven.

Naar revolutionaire denkbeelden zoekt men bij Tulp tevergeefs. In de zeventiende-eeuwse strijd tussen dialectiek en ervaring, galenisme en modernisme staat de dogmatische Tulp als een rots in de branding achter de humorale pathologische opvattingen van de Romeinse geneesheer Galenus. Het ‘Galenus dixif was hem heilig. Harvey’s concept van de bloedsomloop negeerde hij; het was beter met ‘Galenus te dwalen dan met Harvey te circuleren’ (Beijer).

Tijdens de pestepidemie van 1635, waarbij ongeveer achttienduizend dodelijke slachtoffers vielen, heeft hij zich kranig geweerd. Toen hem bleek hoe bedroevend het gesteld was met de artsenijbereidkunst, kwam op zijn voorstel een nieuw Winkelboek met standaardvoorschriften tot stand.

Dit door Busken Huet in zijn Nederlandse cultuurgeschiedenis Het Land van Rembrandt ‘Schild der zieken en gids der Apothekers’ genoemd, werd de eerste Amsterdamse Farmacopee.

In 1641 verschenen Tulps Observationes Medicae, waarin op bijzonder rake en nauwkeurige wijze ruim tweehonderd ziektegevallen beschreven zijn. In zijn laatste levensjaren verzorgde Tulp een Nederlandse vertaling van dit werk: Insigten over de geneeskunst. Vrij recent zijn een facsimile-uitgave en een transcriptie van het document verschenen (Apeldoorn). Omdat in 1993 de Nederlandse cardioloog D.W. Erkelens in Lancet voorstelde Tulps naam aan een syndroom te verbinden, dient dit ziektegeval hier zeker te worden besproken. Het gaat om een zekere Gysbracht Diens. De man was zo verzot op melk, dat hij ‘swaer en druistig van lichaem werd’. Bij aderlatingen stond Tulp voor raadselen; ‘In plaets van wey dreef so wel op ’t een als ’t ander bloed, alhoewel prijslik ende nabehoren gestremd, seer witte melk, die nog in ’t ruiken, nog in ’t proeven (dat de wondheeler deed) in ’t alderminst verscheelde.’ In Tulps tijd was deze bevinding wellicht een rariteit, maar tegenwoordig behoort een dergelijke hyperlipemie niet meer tot de zeldzaamheden. Ter ere van Tulp zouden we, aldus Erkelens, een hypertriglyceridemie met low highdensity lipoproteins het syndroom van Tulp moeten noemen.

Bij zijn vele medische besognes heeft Tulp zijn geboortestad vanaf 1622 als magistraat gediend. Vier keer was hij burgemeester. Bekend werden de door hem uitgevaardigde ‘weeldewetten’ (1655), voorschriften bedoeld om de overmatige luxe bij bruiloften en andere feestelijke partijen aan banden te leggen. De gevolgen van het ‘slempen en brassen’, waarvan hij in zijn insigten gewag maakt, zullen hem als medicus zeker voor ogen hebben gestaan.

Vaderlandslievend als hij was, riep hij in het rampjaar 1672 met ‘manlijke cordaetheit’ op tot verzet tegen de naderende Franse legers. Tijdens een vergadering van de Staten-Generaal, die hij als gecommitteerde raad in 1674 bezocht, overleed hij plotseling; zijn stoffelijk overschot werd in de Nieuwe Kerk te Amsterdam bijgezet.