Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Salmonella-

betekenis & definitie

[/i]een geslacht van de klasse Salmonelleae (waartoe ook het geslacht Shigella behoort), genoemd naar de Amerikaanse dierenarts Daniël Elmer Salmon (1850-1914). Van het micro-organisme, een niet-sporenvormend Gram-negatief staafje, pathogeen voor mens en dier, zijn ruim 900 soorten bekend.

Salmon, geboren aan de Amerikaanse oostkust, studeerde diergeneeskunde aan de Cornell University in New York. Na het beëindigen van zijn opleiding vestigde hij zich in 1872 als dierenarts in Newark. Na zijn promotie (1876) kreeg hij een leeropdracht aan de universiteit van Georgia, in het zuiden van de Verenigde Staten, waar hij zich voornamelijk bezighield met de studie van varkensziekten. In 1883 werd hij door het ministerie van landbouw belast met de organisatie van het Bureau of Animal Industry, waarvan hij het eerste hoofd werd.

Samen met zijn medewerker, de bacterioloog en epidemioloog Theobald Smith (1859-1934), bestudeerde hij de varkenscholera. In 1885 isoleerden ze de naar Salmon genoemde Salmonella cholerae suis (Bacillus suipestifer). Deze Salmonella komt als commensaal in de darm van het varken voor en is bij varkenscholera oorzaak van secundaire infecties; voor de mens heeft het micro-organisme geen pathogene betekenis.

In 1905 nam Salmon als hoofd van het diergeneeskundig departement ontslag na een conflict met de minister van landbouw, en hij vertrok naar Uruguay. Aan de universiteit van Montevideo richtte hij een veterinair departement op. Na vijfjaar keerde hij naar de Verenigde Staten terug en legde hij zich toe op de produktie van diergeneeskundige biologische Produkten. Hij kreeg een jaar voor zijn overlijden de leiding over het laboratorium in Montana, dat een serum tegen varkenscholera produceerde (Grauls).

De meeste Salmonella’s, die een salmonellosis (tyfus, paratyfus A, B en c) veroorzaken, zijn genoemd naar de geografische plaats van herkomst.

Zo kent men onder meer de volgende geoniemen: S. dublin, S. newcastle, S. montevideo en S. newport.

Een aantal Salmonella’s draagt de naam van hun ontdekker. Eberthella typhi (Salmonella typhosa) is de verwekker van buiktyfus (febris typhoidea) bij de mens. In 1880 werd het micro-organisme voor het eerst gekweekt door de Duitse patholoog Karl Joseph Eberth (1835-19Z6), wiens wieg in de armzalige woning van een vroeg gestorven kunstschilder stond. Met zijn moeder sneed hij als jong knaapje silhouetten om zo in het levensonderhoud van de kleine familie Eberth te voorzien. Van zijn medische opleiding is weinig bekend. Na zijn promotie werd hij in 1863 privaatdocent en twee jaar later werd hij hoogleraar in de pathologische anatomie in Zürich, in 1881 vertrok hij naar Halle, waar hij de leerstoel voor histologie en vergelijkende anatomie bezette, veertien jaar later gevolgd door een professoraat in de pathologie (Dumesnil).

Salmonella enteritidis,
de bacil van Gärtner, is een micro-organisme dat bij knaagdieren voorkomt en bij de mens een ‘voedselvergiftiging’ veroorzaakt. Het is genoemd naar de Duitse hygiënist August Gärtner (1848-1934), die de bacil in 1888 isoleerde. Gärtner, aanvankelijk militair arts, werd later hoogleraar in de hygiëne te Jena.

Salmonella schottmülleri
(Bac. paratyphi B), genoemd naar de Duitse internist Hugo Schottmüller (1867-1936), is de verwekker van de tyfeuze vorm van paratyfus B. Het micro-organisme is biochemisch nauw verwant met de Salmonella typhimurium, de Nocard-bacil, die in 1892 voor het eerst door de Duitse bacterioloog Friedrich Löffler (1852-1915) gekweekt werd. Deze Salmonella is de verwekker van muizetyfus en van ‘voedselvergiftiging’ bij de mens.