Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Leishmania

betekenis & definitie

[/i]een geslacht van flagellaten, verwekkers van leishmaniasis. Het wordt op de mens overgebracht door zandvliegjes (Phlebotomus). De maar twee micron grote parasiet, die leeft in de cellen van het reticulo-endotheliale systeem, is genoemd naar zijn ontdekker, de Engelse officier van gezondheid Sir William Boog Leishman (1865-1926).

Leishman behaalde in 1886 aan de universiteit van Glasgow, waar zijn vader regius professor in de obstetrie was, zijn doctorsgraad in de geneeskunde. Als officier van gezondheid diende hij enkele jaren in India. In 1899 kreeg hij een aanstelling aan de Army Medical School in Netley, waar hij het volgend jaar assistent hoogleraar in de pathologie werd. In deze jaren ontwikkelde hij een kleuring van malariaparasieten in bloeduitstrijkpreparaten. Deze kleuring met methyleenblauw en eosine, opgelost in methanol, heet nog steeds naar hem kleuring volgens Leishman.

In 1900 ontdekte Leishman bij een doodzieke, net uit India teruggekeerde soldaat de naar hem genoemde parasieten. Bij deze patiënt, die met koortsaanvallen, anemie en een vergrote milt in zijn ziekenhuis voor onderzoek en behandeling opgenomen was, deed hij een miltpunctie. In de miltcellen, maar ook in de erytrocyten, vond hij na kleuring grote aantallen ronde en ovale lichaampjes, het ruststadium van de later naar hem genoemde flagellaten. In 1903 publiceerde hij dit geval van viscerale leishmaniasis in het British Medical Journal. Leishmans bevindingen werden nog hetzelfde jaar bevestigd door Charles Donovan (1863-1951), officier van gezondheid in Madras (1ndia). Op voorstel van de Engelse tropenarts Sir Ronald Ross (1857-1932), de latere Nobelprijswinnaar, werd besloten zowel de ronde lichaampjes als de parasiet naar beide ontdekkers te noemen: lichaampjes van Leishman-Donovan of Leishmania donovani (Hamilton Bailey). In tegenstelling tot Donovan maakte Leishman zeer snel carrière in het Engelse leger, waar hij de hoogste rangen bereikte. In 1909 werd hij in de adelstand verheven, het jaar daarop volgde het lidmaatschap van de Royal Society.

De leishmaniasis visceralis is een koortsende ziekte met progressieve anemie, oedemen en Splenomegalie, die endemisch rondom de Middellandse Zee, in Zuid-Rusland, India, Noord-China, WestAfrika en Brazilië voorkomt. Aangezien althans in India de ziekte met een grauwe verkleuring van de huid gepaard gaat, spreekt men daar ook wel van kala-azar (kala = zwart, azar = ziekte) of Hack fever.

Behalve de viscerale vorm kent men ook een cutane vorm, waarbij de Leishmania in de huid leven. Deze Leishmania tropica (geen variant van de Leishmania donovani) veroorzaakt leishmaniasis cutanae, wordt gekenmerkt door ulcererende granulomen, komt voor in Azië, Afrika en ZuidAmerika en kent de volgende bijnamen: oosterse zweer, Aleppobuil, houton d’Orient en Natal sore.