(Gr. hebe = jeugd, frene = geest) oudere benaming van een van de vormen waaronder schizofrenie kan verlopen. De ziekte treedt op bij jonge mensen en wordt gekenmerkt door gevoelsvervlakking, denkstoornissen en grimassen (het ‘hebefrene lachje’); wanen en hallucinaties komen weinig voor.
De afwijking werd voor het eerst in 1863 beschreven en in 1871 genoemd naar de dochter van Zeus en Hera, de lieftallige Hebe, godin van de jeugd en de lente (Rodin). Als schenkster van de góden op de Olympus ging ze tijdens de dagelijkse maaltijden met de kruik nectar rond. Oorspronkelijk werd ze voorgesteld als een ongehuwde maagd en belast met alles wat een meisje van goeden huize opgedragen werd. Toen de Griekse held Heracles onder de hemelgoden opgenomen werd, kreeg hij Hebe tot gemalin.
Vroeger werd ‘hebe’ algemeen gebruikt om er een verleidelijk serveerstertje, een barmeisje of een bevallige jonge vrouw mee aan te duiden. Het bizarre, ongepaste gedrag van Shakespeare’s Ophelia, nadat haar vader door Hamlet vermoord is, wordt gezien als een typisch voorbeeld van hebefrenie en wordt wel met Ophelia-complex aangeduid.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk