Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

divertikel van Rokitansky

betekenis & definitie

tractiedivertikel van de slokdarm, genoemd naar Karl Freiherr von Rokitansky (1804-’78), patholoog-anatoom te Wenen.

Von Rokitansky, geboren in het bij Praag gelegen Hradec Karlove (het voormalige Königgrätz), studeerde in Praag en Wenen. Na een assistentschap in het laboratorium voor de pathologische anatomie, de Prosektur, in het Weense Allgemeines Krankenhaus, werd von Rokitansky in 1844 gewoon hoogleraar in de pathologische anatomie. Het laboratorium werd een zelfstandig pathologisch instituut (Kuijjer). Binnen afzienbare tijd werd von Rokitansky’s instituut het middelpunt van de medische faculteit in de Oostenrijkse hoofdstad. De in verval geraakte Eerste Weense School, het geesteskind van de Nederlander Gerard van Swieten (1700-’72), bloeide onder Rokitansky’s bezielende leiding weer geheel op. Men mag von Rokitansky als stichter van de Tweede Weense School beschouwen. Het is verder aan hem te danken dat de pathologische anatomie tot een afzonderlijke discipline, een specialisme, verheven werd. Von Rokitansky kon over veel materiaal beschikken; alle lijken van het tweeduizend bedden tellende Allgemeines Krankenhaus werden in zijn instituut geseceerd. Dit feit en zijn grote werkzaamheid (zelf deed hij niet minder dan dertigduizend obducties) resulteerden in het Handbuch der pathologischen Anatomie (1842-’46). Evenals de Straatsburgse hoogleraar Johann Lobstein (1777-1835) in zijn studie Traité d’anatomie pathologique ging von Rokitansky uit van de orgaanpathologie, waarmee hij in Oostenrijk de grondslag legde voor de ‘solidaire pathologie’. Door de algemene kenmerken van de afwijkingen vast te stellen, bepaalde hij het ‘materiële substraat1 van elke ziekte. Systematisch volgde hij in zijn materiaal de verschillende fasen die elke ziekte doorloopt, waardoor het hem mogelijk werd de weerspiegeling van het ziekteverloop te zien (Lesky, 1962). Voor de kliniek was deze zienswijze van buitengewoon groot belang; vele clinici, onder wie de Weense internist Joseph Skoda (1805-’81), plukten hier de vruchten van.

Von Rokitansky’s ziektebegrip was ten dele op een humorale pathologische leest geschoeid. Hij probeerde de humorale pathologische opvattingen met de stand van de anatomie in overeenstemming te brengen. De zetel van het ziekteproces zocht hij in het bloed, een stof die in het hele lichaam voorhanden is. Ziekte was voor hem een dyscrasie waaruit een orgaanziekte kon ontstaan. Ook het omgekeerde was mogelijk: een primaire orgaanziekte kon een dyscrasie, een gestoorde gezondheid, tot gevolg hebben (Sigerist). De jonge patholoog Rudolf Virchow (1821-1902), die lovend sprak over Rokitansky’s handboek en het als het eigenlijke fundament van de praktische geneeskunde beschouwde, kritiseerde op een niet zachtzinnige wijze von Rokitansky’s speculatieve Krasenlehre. Tegen deze opvattingen poneerde Virchow in 1858 zijn cellulaire pathologie. De strijd tussen beide richtingen is verleden tijd; zowel cellulaire veranderingen als afwijkingen in de lichaamsvochten hebben immers ziektenkundige betekenis.

Behalve met het tractiedivertikel van de slokdarm is von Rokitansky’s naam blijvend verbonden aan een aangeboren misvorming waarbij de vagina ontbreekt: syndroom van Mayer-Rokitansky-Küster. Naar hem en de Duitse patholoog Ludwig Aschoff (1866-1942) noemt men de zich vertakkende uitstulpingen van het lumen van de galblaas in de mucosa en muscularis de Rokitansky-Aschoff-sinus. Bij acute cholecystitis en gangreen van de galblaas kunnen deze evaginaties een grote rol spelen. Ten slotte reserveert men voor de acute gele leveratrofie dikwijls de naam ‘ziekte van Rokitansky’.