Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Celsi, area (alopecia areata)

betekenis & definitie

scherp begrensde, ronde kale plek op het behaarde hoofd, genoemd naar de Romeinse encyclopedist Aulus Cornelius Celsus (ca. 30 v. Chr.- 45 n. Chr.).

Celsus, een tijdgenoot van de keizers Augustus, Tiberius, Caligula en Claudius, werd in Rome of Verona geboren. Hoewel hij zelf geen arts was, heeft hij zeer veel bijgedragen tot de geneeskunde van zijn tijd. Van zijn encyclopedie, handelend over welsprekendheid, wijsbegeerte, rechtswetenschap, krijgskunst, landbouwwetenschap en geneeskunde zijn alleen de gedeelten over de geneeskunde De re medicina libri octo bewaard gebleven. Thomas Parentucelli (1397-1455), de latere paus Nicolaas V, ontdekte dit handschrift in 1443 in een kerk. Vijfendertig jaar later werd De re medicina voor het eerst gedrukt en uitgegeven. Het verscheen in 1592 in Leiden in een uitgave van Christoffel Plantijns schoonzoon, Frans van Ravelingen, die vooral vermaard is door zijn uitgaven van oosterse werken. De Goudse arts Boudewijn Ronsse (1527-’96) voorzag deze uitgave van annotaties. Op medisch gebied kwam hierdoor een renaissance van de Grieks-Romeinse geneeskunde tot stand. Achtereenvolgens behandelt De re medicina de geschiedenis van de geneeskunde, dieetleer, therapie, pathologie en heelkunde. Celsus kende laatkoppen, aderlating en purgeermiddelen. Op chirurgisch gebied schreef hij over de darmnaad, breukbanden, breukoperaties en de steensnede in de blaas door ‘sectio lateralis’ (Jetter).

Het boek, dat niet alleen voor medici maar ook voor leken bestemd was, heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen de publieke opinie van het belang van de medische wetenschap en hygiëne te overtuigen. Vele maatregelen op hygiënisch gebied zijn zeker aan dit werk te danken.

In het derde deel van De re medicina formuleert Celsus de klassieke ontstekingsverschijnselen: rubor, calor, tumor en dolor; later voegde Claudius Galenus (129-199) hieraan nog toe de ‘functio laesa’, de verminderde functie. Het zevende deel handelt over de geschiedenis van de chirurgie en de eigenschappen van de chirurg: ‘De derde tak van de geneeskunst is die welke met de hand geneest. [...] Haar resultaten zijn onder alle taken van de geneeskunst de meest onmiskenbare. [...] Een chirurg moet jong zijn, of ten minste tamelijk jong. Hij moet een stevige, vaste hand hebben. [Hij] moet goede en scherpe ogen bezitten. [...] Hij moet juist genoeg medelijden hebben om zijn zieken te genezen, maar niet te veel om onder invloed van hun geschreeuw meer spoed te betonen dan de zaak eist, of om minder weg te snijden dan nodig is. Kortom hij moet alles zo doen, alsof de kreten van de patiënt hem koud laten.’ (cit. bij Elaut)

Ondanks dat De re medicina een objectieve bron van kennis is en de volledige stand van de medische wetenschap ten tijde van het Romeinse keizerrijk weergeeft, was Celsus geen origineel schrijver. In zijn compilerend werk komt hij als een eclecticus naar voren. Onbevooroordeeld kiest hij uit alle richtingen wat hem juist en bruikbaar toeschijnt. Zijn klassieke en elegante stijl bezorgde hem de bijnaam ‘Cicero van de geneeskunde’ (MartiIbanez).