Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Barany-doofheid

betekenis & definitie

deze hardhorendheid van één oor kan worden vastgesteld door de lawaaitrommel van Barany. Een dergelijke lawaaitrommel is een bus met een lawaaimakend mechanisme die de gehoorfunctie van het goede oor maskeert, zodat de functie van het andere oor kan worden getest.

Robert Barany (1876-1936), van Hongaarse afkomst, werd in Wenen geboren. Na een artsenstudie in zijn geboortestad promoveerde hij daar in 1900. Vijf jaren later kreeg hij een assistentschap in de kliniek voor oorziekten van de bekende otoloog Adam Politzer (1835-1920). In 1909 volgde een privaatdocentschap. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij als chirurg en oorarts in de Poolse vesting

Przemysíl, maar al in het tweede jaar van de oorlog raakte hij in Russische krijgsgevangenschap. Door tussenkomst van de Zweedse kroonprins Karel vestigde hij zich in 1916 in Zweden. Zijn benoeming tot hoogleraar in Uppsala volgde het jaar daarop.

Barany’s onderzoekingen naar de functie van het evenwichtsorgaan waren van groot belang. Bij toeval ontdekte hij dat bij enkele patiënten van wie hij de oren met warm en koud water had uitgespoeld, duizeligheid ontstond. Bij onderzoek van de ogen ontdekte hij een eigenaardige beweging, die hij ‘calorische nystagmus’ noemde. Over deze calorische nystagmus zagen van hem in 1906 twee publikaties het licht: Untersuchungen über den vom Vestibularapparat des Ohres reflectorisch ausgelösten Nystagmus und seine Begleiterscheinungen en Über die Gegenrollung der Augcn bei Normalhörenden. Deze nystagmus, onwillekeurige ritmische bewegingen van het oog, doet zich gewoonlijk voor als de gehoorgang uitgespoten wordt met water dat warmer of kouder is dan 37 graden Celsius. Bij warm water (47 graden Celsius) beweegt het oog zich naar de gespoelde kant, bij water van 20 graden Celsius naar de andere kant. Bij ziekten van het evenwichtsorgaan blijft deze nystagmus achterwege. Het belang van deze vinding was dat het hierdoor mogelijk werd één labyrint geïsoleerd te prikkelen, wat bij de eertijds gedane draaiproeven niet mogelijk was.

Barany is verder bekend gebleven door de naar hem genoemde Barany-doofheid. Dit syndroom, emicrania cerebellaris of migraine otique geheten, beschreef hij in 1911: ‘Vestibularapparat und Zentralnervensystem’1. Het syndroom ontstaat bij processen in de achterste schedelgroeve en gaat gepaard met homolaterale hoofdpijn in het achterhoofd, homolaterale wisselende doofheid, oorsuizen en evenwichtsstoornissen. Op grond van zijn ontdekkingen over de lokalisatie van aandoeningen van de kleine hersenen werd hem in 1914 de Nobelprijs voor geneeskunde toegekend, die pas in september 1916 kon worden uitgereikt.

1 Med. Klin.J. 1911, i8i8-’2i