Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

ampulla Vateri

betekenis & definitie

(ook wel: diverticulum Vateri) ampulla hepatopancreatica, een in de wand van het duodenum gelegen verwijding van de tot één verenigde ductus choledochus en ductus pancreaticus. In 1710 werd deze ampul door de Duitse anatoom Abraham Vater (1684-1751) beschreven als ‘Novum diverticulum bilis’. Een verhevenheid in het duodenum, aan het eind van de plica longitudinalis, waar deze ductus uitmonden, wordt de papil van Vater genoemd. De zenuweindlichaampjes in subcutaan weefsel, spieren en ingewanden (corpuscula lamellosa) worden naar Vater en de Italiaanse anatoom Filippo Pacini (1812-’83) de lichaampjes van Vater-Pacini genoemd.

Vater, zoon van de Wittenbergse hoogleraar in de geneeskunde Christian Vater (1651-1732), studeerde onder meer in Wittenberg, waar hij in 1710 promoveerde. Hierna maakte hij een studiereis naar Engeland en de Nederlanden. In Amsterdam bezocht hij de befaamde anatoom Frederik Ruysch (1638-1731), wiens fraaie verzameling anatomische preparaten hij met grote interesse aanschouwde (Eloy). Tevens demonstreerde Ruysch zijn geniale inspuittechniek, een methode die hem later, bij de samenstelling van zijn eigen prachtige kabinet, goed van pas zou komen. In 1750 gaf Vater, inmiddels hoogleraar in de anatomie, botanie en geneeskunde te Wittenberg, een beschrijving van deze verzameling: Vateri Musaeum Anatomicum proprium.

Vater heeft een groot aantal interessante werken nagelaten, onder meer de in 1722 verschenen Catalogus plantarum exoticarum Horti Academici Wittenbergensis. Nog steeds herinnert de Vateria indica, een Oostindische boom, rijk aan kopal, ons aan zijn naam (Dorland).

Dat een gedegen anatomische kennis een eerste vereiste is voor een adequate therapie, verwoordde hij in Programma de Anatomes utilitate in morbis (1723), een werk waarin tal van ziekten de revue passeren. Vater genoot nationaal en internationaal grote waardering; zowel in Berlijn als in Londen was hij lid van de Koninklijke Academie.