Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

ampère

betekenis & definitie

[/b](amp.) eenheid van elektrische stroomsterkte, genoemd naar de Franse natuurkundige André Marie Ampère (1775-1836).

Ampère werd geboren in Polemieux, een dorpje in dc buurt van Lyon. Op zeer jeugdige leeftijd gaf hij blijk van een grote interesse voor wiskunde. Als twaalfjarige jongen was hij in staat in Lyon lessen in de hogere analyse te volgen. En met vrucht: het jaar daarna schreef hij een verhandeling over kegelsneden.

Voor de achttienjarige knaap moet het een enorme schok geweest zijn om mee te maken dat zijn vader, een overtuigd monarchist, in de Franse Revolutie tijdens het schrikbewind van Robespierre het hoofd onder het mes van de guillotine verloor. De eerste tijd was verder studeren niet meer mogelijk; de jonge Ampère gaf zich geheel over aan poëzie en muziek en voorzag in zijn onderhoud door het geven van privaatlessen. Door lezing van de botanische brieven van de Franse schrijver en wijsgeer Jean-Jacques Rousseau (1712-’78) kwam hij zijn depressie weer enigszins te boven. De geschriften van de beroemde scheikundige Antoine Laurent Lavoisier (1743~’94) waren voor hem zo’n aansporing, dat hij zich weer geheel wijdde aan de studie van de natuur- en scheikunde. In 1807 kreeg hij eerst te Bourg en later in Lyon een aanstelling als leraar in die vakken. Twee jaar later volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de wiskunde aan de École Polytechnique te Parijs. In 1814 werd hij lid van het Institut de Franco en tien jaar later hoogleraar in de proefondervindelijke natuurkunde aan het Collége de France.

De verdiensten van Ampère liggen vooral op het gebied van het magnetisme en de elektriciteit. Hij leefde in een tijd waarin de gedachte van eenheid van alle natuurkrachten opgeld deed. Steeds weer werden de overeenkomsten tussen magnetisme en elektriciteit naar voren gebracht. Voortbouwend op de proeven van de Deense fysicus H.C. Orsted (1777-1851), die in 1819 de werking van de elektrische stroom op een magneet onderzocht, beschouwde Ampère deze werking als cirkelvormig. De kracht zou niet op een enkele pool, maar op beide polen werken, zodat er een draaimoment optreedt. Gelijkgerichte stromen trekken elkaar aan, tegengestelde stoten elkaar af. Een draadspiraal werkt als een magneet zodra er stroom doorheen gaat. De polen liggen in de lengteas. Op grond van deze door hem aangetoonde verschijnselen kwam hij tot de hypothese van de identiteit van magnetisme en elektriciteit: in de magneet lopen de cirkelvormige stroompjes in de moleculen. Deze theorie vond pas een eeuw later ingang. Niet alleen op het gebied van magnetisme en elektriciteit deed Ampère pionierswerk, ook trachtte hij warmte als een moleculaire beweging te verklaren.

Ampère, die zijn jeugdtrauma nooit geheel heeft kunnen verwerken, bleef een teruggetrokken man die elk sociaal contact meed. In zijn functie als schoolinspecteur overleed hij in juni 1836 tijdens een dienstreis. Op zijn graf staat de veelzeggende tekst TANDEM FELix, ‘eindelijk gelukkig’.

Op een internationaal congres in Parijs besloot men in 1881 de eenheid van stroomsterkte naar hem te noemen. De ampère werd die stroomsterkte die in een oplossing van zilvernitraat in één seconde 1,118 milligram zilver kan afscheiden.