Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Adams-Stokes-aanvallen

betekenis & definitie

levensbedreigende aanvallen van bewusteloosheid met of zonder krampen, met bloeddrukdaling, polsloosheid of extreem langzame pols (bradycardie) bij stoornissen in de prikkelgeleiding tussen boezem en kamer van het hart (atrioventriculair block).

De juiste oorzaak van deze aanvallen, die sinds een eeuw naar Adams en Stokes genoemd zijn, heeft door de jaren heen menige clinicus heel wat hoofdbrekens gekost. Waarschijnlijk is het de Sloveense arts Marcus Gerbezius of Gcrbec (overleden in 1718) geweest, die dit syndroom in 1692 in de publikatie Pulsus mira inconstantia bekendmaakte. In de handelingen van de Kaiserliche Leopold-Akademie der Naturforscher, waarin Gerbezius regelmatig publiceerde, werd een jaar na zijn dood een patiënt met dit syndroom beschreven. Bij deze ‘melancholieke hypochonder’ die leed aan aanvallen van duizeligheid en epileptische toevallen, was de polsslag zo traag, ‘dat vóór een polsslag op de voorafgaande volgde, bij een gezond iemand zeker al drie slagen waren doorgekomen’ (Major, 1965).

Jaren later, in 1765, beschreef de befaamde Italiaanse anatoom Giovanni Battista Morgagni (1682-1771) in zijn hoofdwerk Epistola anatomicomedica dezelfde verschijnselen bij de 68-jarige priester Anastasio Poggi. Bij deze achtenswaardige, enigszins gezette geestelijke gingen epileptische insulten en bewustzijnsdalingen gepaard met een trage pols. Evenals Gerbezius ontging Morgagni het verband tussen de bradycardie en de bewusteloosheid.

De eerste Engelse bijdrage volgde 27 jaar later. Thomas Spens (1769-1842), een vooraanstaand arts te Edinburgh, publiceerde in zijn Medical Commentaries zijn bevindingen bij een patiënt: ‘[...] in which there took place a remarkable slowness of the pulse.’ In mei 1702 onderzocht Spens, in die jaren voorzitter van het Royal College of Physicians, een 54-jarige man: ‘(He vww] suddenly taken ill while standing on the Street; [...] he had fallen to the ground senseless [[i]and) had continued in that state for about five minutes.’[/i] Het meest was Spens getroffen door de zeer langzame pols van slechts vierentwintig slagen per minuut. In de loop der dagen kwamen de aanvallen met regelmatige tussenpozen terug en na vijf dagen overleed de patiënt. Bij obductie werd een grote hoeveelheid vocht in de hersenventrikels gevonden, zonder dat er volgens Spens sprake was van een echte hydrocephalus. Verwonderd vroeg Spens zich af of de vochtophoping iets met de langzame pols te maken kon hebben. Ook hem ontging de relatie van de bradycardie en de bewusteloosheid. Het syndroom bleef fascineren.

In de volgende eeuw verschenen tal van publikaties over deze aanvallen. In 1824 behandelde Sir William Burnet (1779-1861), werkzaam bij de marine en lijfarts van de hertog van Clarence, de latere Engelse koning William iv, een 64-jarige marineofficier met epilepsie. Drie jaar later volgde zijn publikatie ‘Case of epilepsy, attended with remarkable slowness of the pulse’1.

In hetzelfde jaar verscheen een publikatie van de Ierse arts Adams, die waarschijnlijk het bekendst is gebleven. Robert Adams (1791-1875) studeerde geneeskunde te Dublin, waar hij later promoveerde. Als chirurg was hij aanvankelijk werkzaam in het Jarvis Street Hospital, later in het Richmond Hospital. Met zijn collega John Cheyne (1777-1836) was hij oprichter van de wereldberoemde Dublin School of Medicine. In 1861 werd hij benoemd tot chirurg van koningin Victoria en regius professor aan de universiteit van Dublin, een leerstoel bekostigd door de Kroon. Zijn ‘Cases of diseases of the heart accompanied with pathological observations’ verscheen in het Dublin Hospital Report van 1827. Op pagina 396 van deel iv vinden we de ziektegeschiedenis van een 68-jarige belastingambtenaar die herhaaldelijk werd getroffen door aanvallen van bewusteloosheid. Bij onderzoek vond Adams behalve verschijnselen van hartfalen ook een trage pols van dertig slagen per minuut. Als doodsoorzaak vermeldde Adams ‘an apoplectic attack, which in two hours carried him off, before the arrival of his medical attendant.

Adams’ collega William Stokes (1804-’78), een andere coryfee van de Dublin School, kon niet achterblijven. In het Dublin Quarterly Journal of Medical Sciences van 1846 publiceerde Stokes, toentertijd werkzaam in het Meath Hospital, zijn ‘Observations on some cases of permanent low pulse’.

Het eerste geval handelde over een eveneens 68-jarige man met ‘repeated pseudo-apoplectic attacks, not followed by paralysis: slow pulse, with valvular murmuf. Al geruime tijd leed de arme Edmund Butler aan aanvallen van bewusteloosheid die slechts enkele minuten duurden. Bij onderzoek merkte Stokes op dat ‘the impulse of the heart [«] extremely slow, and of a dull prolonged, heaving character, giving the idea of feeble, as well as of slow action. The first sound is accompanied by a soft bruit de soufflet. Wat Stokes het meeste opviel, was de zeer trage pols van slechts 28 slagen per minuut. De patiënt, die langzamerhand aan zijn aanvallen gewend raakte, kon deze afbreken door ‘a peculiar manoeuvre: as soon as he perceives symptoms of the approaching attack, he directly turns on his hands and knees, keeping his head low, and by this means, he says, he often averts what otherwise would end in an attack’. Wat in deze ziektegeschiedenis opvalt, is dat Stokcs de stethoscoop hanteerde. Als een van de eersten in Engeland maakte hij gebruik van dit door de Fransman Laënnec uitgevonden instrument.

Ondanks de vaak boeiende beschrijvingen van het ziektebeeld kon men in die jaren de juiste oorzaak niet geheel doorgronden. Pas in de volgende eeuw, toen de door Willem Einthoven (1860-1927) in 1903 ontworpen snaargalvanometer in de kliniek zijn intree deed, kon men met behulp van het elektrocardiogram de oorzaak vaststellen, namelijk dat de bradycardie het gevolg is van een blokkade in de geleiding tussen boezem en kamer, het atrioventriculaire block. Waarom de Parijse internist Henri Huchard (1844-1910), met voorbijgaan van al die andere clinici, in zijn Traité clinique des maladies du coeur (1893) voor het eerst sprak van het Adams-Stokes-syndroom, is niet bekend. ‘Maar,’ aldus de medisch historicus Haneveld, ‘het etiket sloeg aan en wordt ook thans nog steeds gebruikt.’

1 Med. Chir. Trans. London, 1827, XIII, 202-211