1. het prestatievermogen, datgene waartoe iemand of iets (bijv. een orgaan of een geneesmiddel) in staat is;
2. de verdunning van een geneesmiddel volgens de leer der homoeopathie, zie aldaar;
3.het vermogen (van de man) om de geslachtsdaad uit te voeren (vgl. impotentie).