Gr. hepar, de grote donkerrode klier, rechts boven in de buikholte; heeft behalve de gewone voorziening met bloed nog een tweede z.g. portale bloedsomloop (poortaderstelsel), waarbij de aderen uit de darm zich opnieuw in een haarvatennet (tussen de levercellen in) vertakken, waardoor allerlei in de darmwand opgenomen stoffen in de lever kunnen worden opstapeld (zie bijv. glycogeen) om later weer geleidelijk aan het bloed te kunnen worden afgegeven voor transport naar de verschillende organen. Ook voor de vorming van de rode bloedkleur stof is de lever zeer belangrijk en verse dierenlevers en farmaceutische leverpreparaten zijn waardevolle geneesmiddelen tegen sommige vormen van bloedarmoede.
Een geheel andere functie van de lever is de uitscheiding van gal, zie aldaar.
