Flodder
I. v., 1. (gew.) veenbagger, modder; 2. (gew.) slagbui; 3. los zittend, inz. ondegelijk kledingstuk ; 4. achteloze, slordige vrouw. II. m. (-s), (gemeenz.) patroon: losse flodders.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. v., 1. (gew.) veenbagger, modder; 2. (gew.) slagbui; 3. los zittend, inz. ondegelijk kledingstuk ; 4. achteloze, slordige vrouw. II. m. (-s), (gemeenz.) patroon: losse flodders.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip flodder heeft 6 verschillende betekenissen: 1) in de verbinding losse flodder. 2) flodderig kledingstuk. wijd, loszittend kledingstuk dat er daardoor soms wat slordig uit kan zien; lubberend kledingstuk; flodderig kledingstuk. 3) slons. slordige vrouw; slons; sloddervos. 4) snelle, slordige publicatie. snel...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(18e eeuw) (ook: floddergat, flodderkont, floddermadam) (scheldw.) vrouw die slordig gekleed gaat, in goedkope kleding. Flodder wordt gebruikt m.b.t. een kledingstuk dat lichtjes heen en weer wappert. Vroeger betekende het ook ‘veenbagger’. Het werkwoord ‘flodderen’ werd gebruikt voor ‘baggeren naar turf.’ In Vla...
Wiktionary (2019)
flodder - Zelfstandignaamwoord 1. oefenpatroon waarbij wel kruit tot ontbranding komt maar geen kogel wordt afgeschoten 2. (figuurlijk) losse flodder: een loze aanval die geen doel treft ♢ Anderhalve week geleden leek het erop dat Sven Kramer zelfs een trucje nodig had om zijn ploeggenoot Jan Blokhuijsen acht...
Marc De Coster (2017)
Flodder - losse flodders: losse patronen. Een klanknabootsende vorming. Ik heb nog één losse flodder, zal ik eens schieten? - Maarten t Hart, Ik had een wapenbroeder (1973)
Muiswerk Educatief (2017)
flodder - zelfstandig naamwoord uitspraak: flod-der 1. slecht en lelijk kledingstuk ♢ ze droeg een flodder van een jas 2. patroon zonder kruit voor in geweer ♢ het geweer was geladen met een los...
Anton van Oirschot (1985-1986)
kwelgeest, uit volksverhalen, vooral bekend in West-Brabant. Hij woont in het water en ’s nachts komt hij daaruit tevoorschijn. Als Flodder ergens in het viswater terecht kwam, kon daar niet meer met succes worden gevist. Flodder liet zich graag dragen. Als iemand hem ’s nachts tegen kwam, klom Flodder nogal eens op de schouders van de...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
(muts), 19de-eeuwse vrouwendracht, de kanten muts over het oorijzer. In Frl. met kortere, meer horizontaal vallende strook dan in Groningen en Drente. Bij voorkeur van Brusselse kant. Bij rouw van fijn neteldoek. Met het oorijzer uit het dagelijks leven vrijwel verdwenen. In het Nieuwfr. kostuum niet herleefd.
M. J. Koenen's (1937)
v., o. -s (klei, slijk, modder; [veen-]bagger; achteloze, slordige vrouw); losse flodders, patronen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: