Lexicon van de gedragsbiologie is geschreven door Mark Nelissen (1996) .
De gedragsbiologie is de natuurwetenschap van het gedrag van dieren waaronder ook ethologie, neurofysiologie, neuro-ethologie, vergelijkende psychologie en sociobiologie vallen. In ‘Het Lexicon van de gedragsbiologie’ worden in alfabetische volgorde 1.500 wetenschappelijke termen uit de gedrags- neuro- en sociobiologie uitgelegd.
Het Lexicon van de gedragsbiologie
Mark Nelissen (1996)
Definities en betekenissen van Het Lexicon van de gedragsbiologie
A
- aandacht
- aangeboren gedrag
- aangeleerd gedrag
- aanpassing
- abasie
- abnormaal gedrag
- acetylcholine
- achterhoorn
- achterste taalgebied
- ACTH
- actiepotentiaal
- actor
- adaptatie
- adaptief
- adoptie
- adrenaline
- adrenocorticotroop hormoon
- adult
- aerofagie
- afagie
- afasie
- afferent
- afferente neuronen
- afleidingsgedrag
- ageusie
Toon meer
B
- ‘baby’-schema
- baken
- Baldwin-effect
- balts
- band
- basale ganglia
- bastaard
- Beau Geste hypothese
- bedrog
- behaviourisme
- bekrachtiger
- bekrachtiging
- beloning
- beschrijvende ethologie
- bestijgen
- beta
- bevruchting
- bewaken
- bewustzijn
- bijendans
- bilaterale reflexboog
- bimaturiteit
- bioakoestiek
- biologische klok
- bioritmiek
Toon meer
C
- camouflage
- Cannon-Bard theorie
- castratie
- causaliteit
- cefalisatie
- celzuiltje
- center-surround configuration
- centraal zenuwstelsel
- centrale hiërarchie
- centrale prikkelfiltering
- cerebellum
- cerebrale dominantie
- cerebrum
- ceremonie
- CGL
- chemische castratie
- chemische communicatie
- chemoreceptor
- chemotaxis
- chromatofoor
- circadiaans ritme
- circannisch ritme
- co-evolutie
- coalitie
- cognitie
Toon meer
D
- dag-nachtritme
- Darling effect
- darwinisme
- dear enemy fenomeen
- deblokkeren
- deblokkerend mechanisme
- deemoedshouding
- demografie
- dendriet
- denken
- depolarisatie
- deprivatie-experiment
- deprivatiesyndroom
- derde verwerking
- despotische mode
- despotisme
- dialect
- diëncephalon
- dierenwelzijn
- dierpsychologie
- diersociologie
- digitaal signaal
- dimorfisme
- dishabituatie
- disinhibitie
Toon meer
E
- echohouding
- echolocatie
- echopeiling
- eco-ethologie
- ecologie
- eenmansgroep
- eerste verwerking
- effector
- efferent
- efferente neuronen
- egoïsme
- eicel
- eindhandeling
- eirolbeweging
- elektrische communicatie
- emancipatie
- emigratie
- emotie
- empathisch leren
- endocriene klier
- endocrinologie
- endogeen
- endorfine
- engram
- epicritische baan
Toon meer
F
- faciale expressie
- facilitatie
- familie
- fasciculus arcuatus
- feed-forward
- feedback
- fenotype
- feromoon
- filopatrie
- filtering
- fitness
- flemen
- flexiereflex
- FM
- focal animal sampling
- foerageren
- fonemische afasie
- formatio reticularis
- fotoreceptoren
- fovea
- Fraser Darling effect
- fratricide
- frequentie-modulatie
- frontale kwab
- frustratie
Toon meer
G
- GABA
- gameet
- gamma-amino-boterzuur
- ganglion
- gastheer
- gastheerinprenting
- gebied van Broca
- gebied van Wernicke
- gecombineerde signalen
- geconditioneerde prikkel
- geconditioneerde respons
- gedrag
- gedragsbiologie
- gedragsecologie
- gedragsembryologie
- gedragsfysiologie
- gedragsgenetica
- gedragsketen
- geheugen
- geheugenspoor
- geheugenstadia
- geheugenverlies
- geïndividualiseerde groep
- gekruiste strekreflex
- geluidsspectrogram
Toon meer
H
- habitat
- habitatinprenting
- habituatie
- hamabiose
- Hamilton
- handeling
- handicap hypothese
- handigheid
- haplodiploïdie
- harem
- havik
- helpers
- hemisfeer
- herkenning
- hersenbalk
- hersenen
- hersenhemisfeer
- hersenschors
- hersenstam
- hibernatie
- hiërarchie
- hiërarchische organisatie
- hippocampus
- hoeden
- hofmakerij
Toon meer
I
- idiopathische agressie
- imitatie
- immigratie
- imponeren
- incest
- inclusive fitness
- incubatie
- individuele distantie
- individuele herkenning
- inductie
- infanticide
- infantiel gedrag
- infantilisme
- informatie
- informatietheorie
- inhiberend
- inhibitie
- innovatie
- inprenting
- input
- inseminatie
- instinct
- instincthandeling
- instinctmodel
- instrumentaal conditioneren
Toon meer
K
- ‘Kindchenschema’
- ‘kindjes’-schema
- ‘kleuter’-schema
- K-selectie
- kannibalisme
- Kaspar-Hauser-dier
- kaste
- kegeltje
- keuzetest
- kin selection
- kindermoord
- kinesis
- kinesthesie
- kinesthetisch leren
- kinopsis
- klassiek conditioneren
- kleine hersenen
- kleptobiose
- kleptogamie
- kleptoparasitisme
- kleursignalen
- klinokinesis
- kniepeesreflex
- kolonie
- kompasoriëntatie
Toon meer
L
M
- macro-evolutie
- macrosmaten
- markeren
- Markoffketen
- maskergezicht
- massacommunicatie
- maternaal
- matrifocaal
- matrilijn
- matrilineaal
- matrilokaal
- maturatie
- mechanoreceptoren
- medulla oblongata
- medulla spinalis
- meme
- mensapen
- menselijke ethologie
- mesencephalon
- metacommunicatie
- metapopulatie
- metencephalon
- micro-evolutie
- microsmaten
- migratie
Toon meer
N
- nalaxone
- natuurlijke selectie
- navigatie
- necroforese
- negatief conditioneren
- negatieve terugkoppeling
- neglect
- neodarwinisme
- neofobie
- neotenie
- nepotisme
- nestblijvers
- nesthygiëne
- nestvlieders
- netto voortplantingsresultaat
- netvlies
- neuriet
- neuro-endocrinologie
- neuro-ethologie
- neurobiologie
- neurofysiologie
- neurogliacel
- neurohormonen
- neuron
- neurosecretie
Toon meer
O
- observatief leren
- occipitale kwab
- oculaire dominantie
- oestradiol
- oestrogenen
- oestrus
- off-cel
- omega
- omgericht gedrag
- omnivoor
- on-cel
- on-off-cel
- onderwerping
- onderwerpingsgebaar
- one-male groep
- ongeconditioneerde prikkel
- ongeconditioneerde respons
- onomkeerbaarheid
- ontogenie
- ontvanger
- onvoorwaardelijke reflex
- oorlogvoering
- operant
- operant conditioneren
- opportunisme
Toon meer
P
- P
- paarbinding
- paardrift
- paarsysteem
- paarvorming
- paleo-ethologie
- Papez-circuit theorie
- paradoxale slaap
- parasitisme
- parasociaal
- parasympathicus
- parentaal
- pariëtale kwab
- paring
- paringsvoorspel
- partiële bekrachtiging
- partnerkeuze
- paternaal
- patrilineaal
- patrilokaal
- Pavloviaans conditioneren
- Pavlovreflex
- pedomorfose
- perifeer
- perifeer mannetje
Toon meer
R
- r-selectie
- R0
- rangmimicry
- rangorde
- rapid eye movements
- RAS
- reactie
- reactieketen
- reactiemechanisme
- reactiespecifiek
- reactietijd
- reactievermoeidheid
- reactor
- reafferentie
- receptief veld
- receptieve afasie
- receptor
- rechtshandigheid
- reciproque altruïsme
- red queen hypothese
- reflex
- reflexboog
- relatieve fitness
- relictgedrag
- rem-slaap
Toon meer
S
- saltatorische geleiding
- samenleving
- satellietmannetje
- schakelneuron
- school
- schrandere Hans
- schrikstof
- secretie
- secundair geheugen
- secundaire motorische cortex
- secundaire polygynie
- secundaire visuele cortex
- seksattractantia
- sekseverhouding
- seksferomonen
- seksueel conflict
- seksueel dimorfisme
- seksueel gedrag
- seksuele aversie
- seksuele inprenting
- seksuele isolatie
- seksuele lokstoffen
- seksuele selectie
- selectie
- selectiedruk
Toon meer
T
- taakverdeling
- taal
- taalgebied
- taalproductie
- tactiele communicatie
- tactiele prikkel
- taxis
- telencephalon
- telvermogen
- temporale kwab
- temporele organisatie
- temporele summatie
- territoriaal gedrag
- territorium
- terugkoppeling
- testosteron
- thalamus
- thanatosis
- thigmotaxis
- tijdgever
- toegepaste ethologie
- toernooigevecht
- tonische onbeweeglijkheid
- totaal voortplantingssucces
- traditie
Toon meer
U
V
- vacuümhandeling
- vechten
- vegetatief zenuwstelsel
- vegetatieve functies
- verbale parafasie
- vergelijkende ethologie
- vergelijkende psychologie
- vermoeidheid
- veroorzaking
- verwaarlozingssyndroom
- verwantenselectie
- verzoeningsgedrag
- visceraal zenuwstelsel
- visuele baan
- visuele communicatie
- visuele cortex
- visuele cortexblindheid
- vlooien
- vlucht
- vluchtafstand
- vocale mimicry
- voedsel bedelen
- voedselinprenting
- voedselopslag
- volgreactie
Toon meer