Gepubliceerd op 12-09-2021

Belastingen

betekenis & definitie

Wat belastingen zijn

Belastingen zijn bijdragen aan Rijk, Provincie, Gemeente en Waterschap, krachtens bepaalde maatstaven geheven, zonder dat aan den betaler daarvoor een directe tegenprestatie wordt bewezen.

In staatsrechtelijken zin onderscheidt men directe en indirecte belastingen.

De directe belastingen worden periodiek krachtens kohieren geheven. Hieronder vallen de inkomstenbelasting, de vermogensbelasting, de verdedigingsbelasting I, de gemeentefondsbelasting, de personeele belasting en de grondbelasting. Indirecte belastingen daarentegen worden geheven bij het plaatsgrijpen van bepaalde belastbare feiten.

Indirecte belastingen zijn o.a. de accijnzen, de invoerrechten, het successierecht, de zegel- en registratiebelasting en de dividend- en tantièmebelasting.

Ten bate van den gewonen dienst der Rijksmiddelen worden de volgende belastingen geheven:

Grondbelasting (1/4 van de opbrengst).

Inkomstenbelasting.

Vermogensbelasting.

Verdedigingsbelasting I.

Dividend- en Tantièmebelasting.

Rechten op den invoer.

Statistiekrecht.

Accijns op zout.

„ „ geslacht.

„ „ wijn.

„ „ gedistilleerd.

„ „ bier.

„ „ suiker.

„ „ tabak.

Belasting op gouden en zilveren werken.

Rechten en boeten van zegel.

„ „ „ „ registratie

„ „ „ „ successie, van overgang bij overlijden en van schenking.

Omzetbelasting.

Couponbelasting.

Op verschillende middelen worden opcenten geheven.

Ten bate van het wegenfonds komen de Wegenbelasting en de Rijwielbelasting.

Ten bate van het Gemeentefonds komt de Gemeentefondsbelasting, zoomede opcenten op deze belasting en opcenten op de Vermogensbelasting.