Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Zz bijlage

betekenis & definitie

spier hersen- zenuw functie

m. orbicularis oris n. facialis (VII) het sluiten, op elkaar drukken en tuiten van de lippen.
m. quadratus labii superioris n. facialis (VII) het optrekken van de bovenlip.
m. caninus n. facialis (VH) het optrekken van de mondhoek.
m. zygomaticus minor en major n. facialis (VII) het op- en naar achteren trekken van de mondhoek.
m. buccinator n. facialis (VII) het drukken van de wang tegen de tanden en het uitblazen van lucht
m. risorius n. facialis (VH) het naar opzij wegtrekken van de mondhoek.
m. triangularis n. facialis (VII) het naar beneden trekken van de mondhoek.
m. quadratus labii inferioris n. facialis (VH) het naar beneden en naar achteren trekken van de onderlip.
m. mentalis n. facialis (VH) het optrekken en naar voren brengen van de onderlip.
m. platysma n. facialis (VII) het naar beneden trekken van de onderkaak, het rimpelen van hals en kin en het naar beneden trekken van de onderlip.

Kauwspieren:

de spieren hersenzenuw functie

m. masseter mandibulaire tak van de n. trigeminus (V) het sluiten van de onderkaak.
m. temporalis mandibulaire tak van de n. trigeminus (V) het sluiten en terugtrekken van de onderkaak.
m. pterygoideus intemus (medialis) mandibulaire tak van de n. trigeminus (V) het sluiten van de onderkaak.
m. pterygoideus extemus (lateralis) mandibulaire tak van de n. trigeminus (V) het openen en naar voren brengen van de onderkaak en het maken van maalbewegingen.

de spieren hersenzenuw functie

m. genioglossus n. hypoglossus (XII) het naar voren en terugbrengen van de tong, het naar beneden trekken van de tong en opheffen van het hyoid.
m. hypoglossus n. hypoglossus (XII) het neerdrukken en terugtrekken van de tong en het neerdrukken van de tongranden.
m. styloglossus n. hypoglossus (XII) het optrekken en naar achteren trekken van de tong en het opheffen van de zijkant van de tong.
m. palatoglossus n. vagus (X) het vernauwen van de keeldoorgang en het opheffen van het achterste deel van de tong.

Intrinsieke tongspieren:

spieren hersenzenuw functie

m. longitudinalis superior n. hypoglossus (XII) het verbreden en verkorten van de tong en het heffen van de tongpunt en tongranden.
m. longitudinalis inferior n. hypoglossus (XII) het verkorten en verbreden van de tong, het naar beneden bewegen van de tongpunt en het bol maken van het tongblad.
m. transversus n. hypoglossus (XII) het versmallen en verlengen van de tong.
m. verticalis n. hypoglossus (XII) het vlak en breed maken van de tongpunt

spieren hersenzenuw functie

m. digastricus venter anterior mandibulaire tak van de n. trigeminus (V) het naar beneden brengen van de onderkaak of het heffen van het hyoid.
m. digastricus verter posterior n. trigeminus (VIII) het optrekken en achter-waarts trekken van hyoid.
m. mylohyoideus n. trigeminus (V) het heffen en naar voren bewegen van het hyoid en de tongbasis tijdens het slikken.
m. geniohyoideus n. hypoglossus (XII) het naar voren trekken van het hyoid en ondersteunt de werking van de m. mylohyoideus.
m. stylohyoideus n. hypoglossus (XII) het omhoog en naar achteren trekken van het hyoid.

Keelspieren:

spieren hersenzenuw functie

m. constrictor faryngeus superior n. vagus (X) het vernauwen van de farynx bij doorslikken.
m. constrictor faryngeus medius n. vagus (X) het vernauwen van de farynx bij doorslikken.
m. constrictor faryngeus inferior n. vagus (X) het vernauwen van de farynx.

sphincter velofaryngeus n. vagus (X) het vernauwen van de velofaryngeale opening. Bewegen van de laterale keelwand naar het midden. Bewegen van de achterste keelwand naar voren. Het terugtrekken en spreiden van zachte gehemelte.

m. crico-faryngeus n. vagus (X) het vernauwen van de faryngooesofageale opening.
m. stylo-faryngeus n. glossopharyngeus (IX) het heffen en verwijden van het strottenhoofd.
m. salpingo-faryngeus n. vagus (X) het heffen van de keel-wand en openen van de buis van Eustachius.

Spieren van het zachte gehemelte:

spieren hersenzenuw functie

m. uvula n. vagus (X) het heffen van de huig.
m. tensor veil palatini n. trigeminus (V) het spannen van het velum en het openen van de buis van Eustachius bij het slikken.
m. levator veli palatini n. vagus (X) het heffen van het zachte gehemelte tegen de keelwand en het verwijden van de ingang van de buis van Eustachius.
m. palato-faryngeus n. vagus (X) het naar beneden brengen van het zachte gehemelte, het vernauwen van de keelopening en heffen van de keelwand.
m. palatoglossus n. vagus (X) het vernauwen van de keeldoorgang en het heffen van de tong.

sphincter velofaryngealis n. vagus (X) het zachte gehemelte naar achteren brengen en het creëren van een richel op de wal van het achterste deel van de keelwand.

Extrinsieke larynxgpieren:

spieren hersenzenuw functie

m. stemothyroideus n. vagus (X) het naar beneden trekken van de larynx.
m. thyro-hyoideus n. vagus (X) het optrekken van de larynx.

spieren hersenzenuw functie

m. arytenoideus transversus n. laryngeus inferior

(X) het sluiten van de stem-spleet

m. arytenoideus obliquus n. laryngeus inferior

(X) het vernauwen van de ingang van het strotten-hoofd.

m. aryepiglotticus n. laryngeus inferior

(X) het vernauwen van de ingang van het strotten-hoofd.

m. crico-aryteno-ideus lateralis n. laryngeus inferior

(X) het vernauwen van de stemspleet

m. crico-aryteno-ideus posterior n. laryngeus inferior

(X) het verwijden van de stemspleet.

m. crico-thyroideus n. laryngeus superior

(X) het bewegen van cricoid en thyroid naar elkaar, waarbij de stemplooien verlengd worden.

mm. interaryte-noidei n. laryngeus inferior

(X) het naar elkaar toe bewegen van de arytenoiden.

m. thyro-arytenoideus n. laryngeus inferior

(X) het vernauwen van de stemspleet

m. thyro-epiglotticus n. laryngeus inferior

(X) het vernauwen van de ingang van het strottenhoofd.

m. vocaiis n. laryngeus inferior

JS het spannen van de stemplooien.