Definities van Nederlands Logopedisch Lexicon in de Ensie S
- S-schaal van erickson
- S.a.n
- S.t.s
- S/z ratio
- S24-schaal
- Sagittaal
- Sal-test
- Samenstelling
- Samenstellingsaccent
- Sandhi
- Sarcoom
- Sblb-test
- Sbo
- Sca
- Scala
- Schadelijke mondgewoonte
- Schaduwontwikkeling
- Schema van ellis & young
- Schildklierexcisie
- Schildklierinsufficiëntie
- Schildkraakbeen
- Schouderademing
- Schreien
- Schriftteken
- Schuurgeluid
- Screenen
- Script
- Scriptspecifiek protowoord
- Secretie
- Secundair accent
- Secundair lexicon
- Secundaire mondgewoonten
- Secundaire preventie
- Secundaire taalontwikkelingsstoornis
- Segment
- Segmenteren
- Selectief mutisme
- Selfcueïng
- Semantiek
- Semantisch geheugen
- Semantisch jargon
- Semantisch neologisme
- Semantisch netwerk
- Semantisch veld
- Semantische ambiguïteit
- Semantische anomia
- Semantische categorie
- Semantische contingentie
- Semantische cue
- Semantische parafasie
- Semantische primitieven
- Semantische representatie
- Semantische rollen
- Sematisch systeem
- Semi-
- Semi-monoloog
- Semi-nonsenswoord
- Semions
- Sensibiliteit
- Senso-audiogene dysfonie
- Senso-kinetogene dysfonie
- Sensomotoriek
- Sensorineural acuity level-test
- Sensorische afasie
- Sensorische aprosodie
- Sensorische integratie
- Seoae
- Sfincter
- Shimmer
- Short increment sensitivity index
- Shunt
- Sibilatie
- Sigmatismus
- Signaal-ruisverhouding
- Simultane binaurale luidheids balans-test
- Simultane tweetaligheid
- Sinister
- Sinus
- Sinus morgagni
- Sisi-test
- Situationele context
- Siwa
- Sixma
- Slagader
- Slakkenhuis
- Slechthorend
- Slijmvlies
- Slikpneumonie
- Slikproces
- Slikreflex
- Slikvideo
- Slissen
- Slokdarmkrampen
- Sluitingsfase
- Smalle bandruis
- Snijtand
- So
- Soae
- Sociaal brabbelen
- Sociaal doof