Definities van Nederlands Logopedisch Lexicon in de Ensie M
- M
- M.s
- M.s.a
- Macro-
- Macroglossie
- Macrostomia
- Macrostomie
- Malapropisme
- Malleus
- Malocdusie
- Mandibula
- Mandibulaire tongpers
- Mappen
- Marginaal brabbelen
- Maskeren
- Maskergelaat
- Mastoïd
- Mastoïed
- Maxilla
- Maxillomandibulaire orthopedie
- Maximale fonatietijd
- Mbd
- Mean length of utterance
- Medeklinker
- Mediaal
- Mediaan
- Mediane vlak
- Medisch kinder dagverblijf
- Medulla oblongata
- Meerwoordzin
- Megalografie
- Mek
- Melodie intonation therapy
- Melodisch accent
- Membrana tympani
- Mendelsohnmanoeuvre
- Mentaal lexicon
- Mesencephalon
- Mesio-occlusie
- Mesioversie
- Mesofarynx
- Metalinguïstiek
- Metalinguïstisch bewustzijn
- Metataal
- Metathesis
- Methode van ayres
- Methode van bobath
- Methode van coblenzer
- Methode van doman
- Methode van hood
- Methode van kabat
- Methode van m. blank
- Methode van müller
- Methode van petö
- Methode van rood
- Methode van temple fay
- Methode van vojta
- Mft
- Mhs
- Micro-
- Microfoon
- Microglossie
- Micrografie
- Microlarynxchirurgie
- Microstomia
- Microstomie
- Middenhersenen
- Middenoor
- Middenrif
- Middenrifademing
- Middenstem
- Mimetogene dysfonie
- Mimiek
- Mini-iho hoortoestel
- Minimaal paar
- Minimale respons
- Mismatch
- Misvorming
- Mit
- Mixing periode
- Mkd
- Mlmt
- Mlu
- Mnesis
- Mobiliseren
- Modaliteits-specifieke anomia
- Modelleren
- Moebiussyndroom
- Moedertaal
- Moeilijk lerende kinderen
- Moerstaal
- Molaar
- Mond-hand-systeem
- Mond-open reflex
- Mondjesmaat
- Mondkeelholte
- Mondklem
- Monitor
- Monitoring
- Monitoringtaak