Definities van Nederlands Logopedisch Lexicon in de Ensie I
- I
- Iambdacismus
- Iatrogeen
- Icidh-codering
- Icing
- Ideatorische apraxie
- Identificatie
- Ideokinetische apraxie
- Ideomotori8che apraxie
- Ideopathisch stotteren
- Idioglossie
- Idiolect
- Idiosyncratisch
- Igc
- Iho-hoortoestel
- Iinguistic competence
- Ijl
- Illinoise test psycho-abilities
- Impedantie
- Impedantiemetrie
- Imperatief
- Impliciete transpositie
- In situ meting
- In-het-oor-hoortoestel
- Inattentie
- Inchoatieve werkwoord
- Incisief
- Incomplete mutatie
- Incongruent fonetogram
- Incus
- Indirecte laryngoscopie
- Indirecte microlarynxchirurgie
- Indirecte observatie
- Indirecte therapie
- Individuele therapie
- Infantiel
- Infantiel slikken
- Infantiele encefalopathie
- Inferior
- Infix
- Inflammatie
- Inflectie
- Inflexionele morfologie
- Informatieve taalfunctie
- Infrarood systeem
- Infraversie
- Inhibitie
- Inhoudswoord
- Initiaal
- Injectie oesofageale spraak
- Injectiemethode
- Inner speech
- Input gestuurde compressie
- Insertie
- Insertion gain meting
- Inspiratie
- Inspiratoire reservelucht
- Instrumentele taalfunctie
- Insufficiëntie
- Intensie
- Intensiteit
- Intentietremor
- Inter-
- Interactiemodel
- Interactiesturend protowoord
- Interactieve imitatie
- Interdentaal
- Interdentale tongpers
- Interne larynxtraumata
- Interne locus of control
- Interne shunttechnieken
- Internus
- Intonatie
- Intoxicatie
- Intra-
- Intra-craniaal
- Intrinsiek
- Intubatie
- Intubatietrauma
- Invers adempatroon
- Inversie
- Involutie van de stem
- Inwendig stottergedrag
- Inwendige gehoorgang
- Iobk
- Ios
- Ir
- Irradiatie
- Irrelevante parafasie
- Isofoon
- Isometrische contractie
- Isotonische contractie
- Isthmus
- Itpa