Logistieke begrippen omschreven

Redactie Ensie (2016)

Gepubliceerd op 26-10-2016

Trailer

betekenis & definitie

Een trailer is een aanhangwagen die geen eigen vooras heeft waardoor een groot deel van het gewicht op de trekker rust. Met behulp van een kingpin op de koppelschotel kan de oplegger op de trekker gekoppeld worden. Er zijn meerdere uitvoeringen, afhankelijk van het gebruiksdoel.

Er gelden maximale afmetingen voor een trailer, ook wel oplegger genoemd. Zo mag de lengte, gemeten vanuit het hart van de kingpin, niet meer dat twaalf meter bedragen. De hoogte van een trailer mag maximaal vier meter zijn de breedte maximaal 2,55 meter. In de meeste gevallen zijn trailers voorzien van een huif. Een huif is een soort zeildoek dan zich boven de trailer bevindt. Op deze manier kunnen de goederen schoon en droog vervoerd worden.


Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de volgende variaties van opleggers:
-Coiloplegger: Een huif- of schuifzuilen oplegger speciaal gemaakt om staal coils te vervoeren.
-Dubbeldeks oplegger: Heeft een laadruimte met twee etages. Het is via de achterkant mogelijk om te laden en te lossen. Wordt vooral gebruikt voor supermarkten.
-Kip oplegger: Kan van een horizontale positie naar een schuine positie worden gebracht. Wordt veel gebruikt in de agrarische sector
-Koel oplegger: Kan goederen koel, bevroren of warm houden.
-Mega oplegger: Een huif- of schuifzuilen oplegger met een binnenhoogte van drie meter. Wordt gebruikt om grote goederen te vervoeren.
-Plywood oplegger: Heeft houten zijwanden en een vast dak. Laden en lossen kan alleen via de achterkant.
-Schuifvloertrailer: Is uitgerust met een schuifvloersysteem waardoor het mogelijk is om veel verschillende soorten goederen te vervoeren.
-Schuifzuilen oplegger: Heeft aan beide kanten schuifzuilen waardoor het mogelijk is om vanaf de zijkant te laden en te lossen. Heeft in veel gevallen een schuifdak waardoor ook via het dak geladen en gelost kan worden.