Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

W.A. Paap

betekenis & definitie

Nederlands romanschrijver (1856-1923). De jurist W.A. Paap was een van de oprichters van De Nieuwe Gids (1885) en verzorgde met name de zakelijke leiding; zonder hem zou het blad zeker niet tot stand zijn gekomen.

Al snel voelde Paap, die een groot bewonderaar was van Multatuli, zich niet meer thuis bij de mooi schrijvende estheten van de beweging van Tachtig en ook zijn persoonlijke verhouding met sommige Tachtigers raakte verstoord. Al in 1888 verliet hij de redactie en als een soort wraakneming schreef hij in 1898 de roman Vincent Haman, een van de kwaadaardigste boeken uit de Nederlandse literatuur. Het is allereerst een sleutelroman: de personages zijn nauwelijks vermomde portretten van bestaande figuren. Zo is de hoofdpersoon Vincent Haman in feite Lodewijk van Deyssel, zijn vriend Piet Moree is Willem Kloos. Ook allerlei andere impressionisten en naturalisten die nu vrijwel vergeten zijn, komen erin voor. Het verhaal vertelt hoe Haman en Moree langzaam maar zeker artistiek en moreel ten onder gaan. Moree wordt een verlopen sujet en een drinkebroer, Haman een hoerenloper en een nietsnut. Beiden verliezen elk artistiek vermogen. Paap erkent dat ze zich aanvankelijk leken te ontwikkelen tot belangrijke schrijvers, maar al gauw blijkt dat ze eigenlijk niets hebben om over te schrijven, omdat het leeghoofden zijn. Ze hebben alleen een stijl (het impressionisme, de woordkunst) maar geen inhoud, terwijl volgens Paap geldt: ‘Eerst de keerl, dan de stijl: al het andere is komediantendom.’

Alles wat Haman en Moree aanraken, schreef Menno ter Braak in 1936, ‘wordt dor en onvruchtbaar, het wordt komedie en zwendel, het wordt ... literatuur’. Tachtigers die in de ogen van Paap wel iets te zeggen hadden, zoals Gorter, Van Eeden en Couperus, komen in zijn boek dan ook niet voor; het gaat hem niet om de Tachtigers als zodanig maar om de woordkunstenaars onder hen. Zijn boek is in de woorden van Ter Braak ‘één pleidooi voor het gezond verstand en tegen de humbug der artistieke specialisten’.