Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

schelmenroman

betekenis & definitie

Ook: picareske (van Spaans ‘picaro’, schelm). Roman over een ‘schelm’, d.w.z. iemand die allerlei streken uithaalt en zich daarbij vaak niet aan de regels van wet en moraal houdt, maar die wel de sympathie van de lezer heeft.

Heel vaak zijn schelmenromans vermomde sociale romans en niet zelden zijn het ook satiren. Het genre ontstond in de 16e eeuw in Spanje met het anonieme prototype Lazarillo de Tormes (1554) en kwam tot grote bloei in de 17e en 18e eeuw. Het standaardvoorbeeld van de schelm is Tijl Uilenspiegel, over wie in de late Middeleeuwen al in talrijke volksboeken was geschreven, wat door Charles de Coster in 1868 werd gebruikt voor zijn grote roman La légende et les aventures héroïques, joyeuses et glorieuses d’Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandres et ailleurs.

Dè grote schelmenroman van de 20e eeuw is De avonturen van de brave soldaat Schwejk in de Eerste Wereldoorlog (1920-23; 3 dln.) van de Tsjechische schrijver Jaroslav Hasek. Klassiek in de Duitse literatuur is het gedeeltelijk historische Der Hauptmann von Köpenick (1930) van Wilhelm Schäfer, over een eenvoudige man die zich voordoet als kapitein van het leger en op die manier in alles zijn zin krijgt; het is een aanval op de Duitse eerbied voor uniformen, leger en militairen. Dezelfde stof werd door Carl Zuckmayer gebruikt voor zijn gelijknamige toneelstuk (1930). Andere Duitse voorbeelden: Die Bekenntnisse des Hochstaplers Felix Krull (1922) van Thomas Mann en Die Blechtrommel (1959) van Günther Grass.

Verwant aan de schelmenroman zijn de romans van de Angry Young Men: een groep jonge Engelse schrijvers die zich in de jaren ’50 van de 20e eeuw afzetten tegen het politiek-sociale klimaat van hun tijd. Voorbeelden zijn Hurry on down (1953) van John Wain, Lucky Jim (1954) van Kingsley Amis en Billy Liar (1959) van Keith Waterhouse.