Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

Harry Mulisch

betekenis & definitie

Nederlands schrijver (Haarlem 29.7.1927 - Amsterdam 30.10.2010). Ouders van Duitse en Belgische afkomst.

Zijn vader was in de oorlog directeur van de Amsterdamse bank die de Joodse bezittingen overnam en kon in die functie zijn Joodse (ex-)vrouw beschermen. Na de oorlog zat hij drie jaar gevangen, Mulisch’ moeder emigreerde naar de VS. Na de middelbare school had Mulisch allerlei baantjes totdat hij van de pen kon leven. Redacteur van De Gids 1965-’91. Constantijn Huygensprijs 1977, P.C.Hooftprijs 1977, Prijs der Nederlandse Letteren 1995.

Mulisch heeft een zeer veelzijdig oeuvre geschapen: romans, verhalen, toneelstukken, autobiografische boeken, essaybundels, reisverslagen, studies, reportages, gedichten. Zijn centrale thema is dat de mens wordt gedreven door krachten die hij niet kan beheersen, die hij vaak niet eens kent. Dit komt vooral tot uiting in de verhalen die gebundeld werden als Chantage op het leven (1953), Het mirakel (1955) en De versierde mens (1957). De tweede bundel bevat het bekende verhaal “Gelijkenis”, waarin alle mensen de heer Tienoppen voor iemand anders aanzien en niemand – ook zijn vrouw niet – hem als ‘Tienoppen’ ziet. Aan het slot is hij alleen in zijn eigen wereld en bestaat hij niet meer voor anderen: ‘Er kan mij niets gebeuren, verzekerde hij zichzelf, – ik ben afwezig.’

De versierde mens bevat klassiek geworden verhalen als “Wat gebeurde er met sergeant Massuro?” (over een militair die – letterlijk – versteent), “De sprong der paarden en de zoete zee” (een verhaal over een verliefd jongetje wordt almaar doorverteld en groeit daardoor uit tot een ware mythe) en het lange “Quauhquauhtinchan in den vreemde” (over een man die steeds groter wordt tot hij – alweer letterlijk – het heelal opvult).