Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

dierenroman/verhaal

betekenis & definitie

Roman of verhaal waarin dieren de hoofdrol spelen, wat met zich meebrengt dat de dieren minimaal zulke menselijke vermogens toebedeeld krijgen als denken en praten. Heel vaak zit er in deze werken een moraliserende bedoeling, zoals in fabels en soms ook in sprookjes, waarin het dier eerder als mens optreedt dan als dier.

In de 20e-eeuwse literatuur vindt men ook werken waarin juist gepoogd wordt het dier als dier te laten optreden (ook al kan het denken en praten). Hiertoe behoren bijvoorbeeld de honden in The call of the wild (1903) van Jack London, Kazan the wolfdog (1917) van James Oliver Curwood of de konijnen in Watership down (1972) van Richard Adams. In Nederland is de belangrijkste (en feitelijk ook de enige) schrijver van tal van dierenromans en -verhalen Anton Koolhaas (1912-1972). Bij andere schrijvers komt het dierenverhaal hooguit zeer incidenteel voor, zoals "Kolibries" van J. Slauerhoff (in Het lente-eiland en andere verhalen, 1933) of "De scheiding" van Kees van Kooten (in Modermismen, 1984).