Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

Barbarber

betekenis & definitie

In 1958 verscheen het eerste nummer van Barbarber: Tijdschrift voor teksten. De redactie werd gevoerd door G. Brands (pseudoniem van G. Bron), J. Bernlef (H.J. Marsman) en K. Schippers (G. Stigter).

Zij namen stelling tegen elke vorm van ‘kunst met een grote k’, niet door middel van literair-theoretische essays maar door het aanbieden van allerlei teksten (later ook foto’s) die gedeeltelijk door de redactie en de medewerkers geschreven waren, gedeeltelijk vertaald waren uit buitenlandse literaturen, en gedeeltelijk ‘gevonden’ waren, readymades dus. De laatste zijn vooral fragmenten van min of meer krankzinnige krantenberichten. Het blad was zo ‘een soort lappendeken van de meest uiteenlopende teksten die, ogenschijnlijk klakkeloos achter elkaar gezet, tezamen zo’n onweerstaanbaar komische werking hebben, dat ik bij het lezen altijd langzaam maar zeker de slappe lach krijg’ (Simon Carmiggelt).

Ook qua uiterlijk week Barbarber, ‘verreweg het gekste blad ter aarde’ (Carmiggelt), af van alle andere literaire bladen: het had het formaat van een in de lengte gevouwen foliovel. Net als bij ‘echte’ literaire tijdschriften gaven de redacteuren soms een speciaal nummer uit, zoals een aflevering met tachtig keer dezelf­de tekst, getiteld "Goed brood" (1966), met alleen maar stalen behangselpapier (1968), of met alleen maar rechthoeken in allerlei formaten (1969), getiteld "Omkadering van qua formaat bruikbare maar niet voorradige Barbarberitems"; één nummer was zelfs geen tijdschrift maar een grammofoonplaatje met teksten van de dichter Jan Hanlo (1969). Negen jaar na de opheffing van het blad verscheen er in 1980 opeens weer een ‘aflevering’: een fles wijn waarvan het etiket door Brands was ontworpen.