Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 06-02-2017

art nouveau

betekenis & definitie

Ook: Jugendstil. Stroming in de kunstnijverheid rond 1900, verwant aan het symbolisme in de schilderkunst; resp. genoemd naar een Parijse winkel ‘La Maison de l’Art Nouveau’ en naar het Duitse blad Ju­gend.

De art nouveau wordt geken­merkt door het gebruik van motieven uit de planten- en dierenwereld (zwanen, pauwen, vruchten), die verwerkt worden in boekomslagen, glaswerk, behang, meubels, smeedijzeren hekken e.d. Alles wordt niet natuurgetrouw weergegeven maar heel gestileerd met veel golvende lijnen. In boekillustraties wordt bijna alleen zwart-wit gebruikt en er is weinig of geen perspectief.

Belangrijke kunstenaars waren Hector Guimard (1867-1942), de ontwerper van de oude Parijse metro-ingangen, en Emile Gallé (1846-1904), de grootste glaskunstenaar van zijn tijd. De belangrijkste architecten zijn de Belg Victor Horta (1861-1947) en de Spanjaard Antonio Gaudí (1852-1926), wiens beroemdste werk, de kerk van de Sagrada Familia (Heilige Familie) te Barcelona, in 1883 werd begonnen en nog steeds niet is voltooid. Een belangrijk illustrator was Aubrey Beardsley (1872-1898). De Nederlandse schilder Jan Toorop (1858-1928) en de Oos­tenrijkse schilder Gustav Klimt (1862-1918; De kus, 1908, Österreichische Galerie, Wenen) worden zowel tot de art nouveau als het symbolisme gere­kend.