Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

Anneke Brassinga

betekenis & definitie

Nederlands dichteres, essayiste en vertaalster (*1948; Constantijn Huygensprijs 2008, P.C. Hooftprijs 2015). Het juryrapport bij het toekennen van de P.C. Hooftprijs 2015 over Brassinga’s poëzie maakte gewag van “onvermoede vergezichten van zeggingskracht. De taal wordt omgekeerd, uitgekleed en weer opnieuw uitgedost totdat alle registers die er ooit in voorgekomen zijn weer meedoen.”

Zelf schreef ze in haar essaybundel Bloeiend puin (2008), dat de lezer ‘gehinderd en gestoken’ moet worden. Daarom noemde Arjen Fortuin haar werk ‘onvoorspelbaar’ en ‘geestverruimend’.

Uit de bundel Verschiet (2001) een proeve.
Wadloper en meeuw
Vervloek me, vliespotige krijsende engel,
belaag me. Hoe walgelijk ook het slijk
de einder moet bereikt. Het wassen begint er,
Het beter tij. Van kindsbeen, van huis uit
is mij ingefluisterd: op water lopen kan,
voor wie bereid is om de zee te drinken.

Ook voor haar vertaalwerk uit het Frans, Duits en Engels werd Brassinga gelauwerd. Voor haar vertaling van Nabokovs The Gift in 1978 werd haar de Martinus Nijhoffprijs toegekend, die ze overigens weigerde, omdat een aantal vertalers de prijs had geboycot en dus uitgesloten waren.

Haar debuutbundel Aurora verscheen pas in 1987, hoewel ze al sinds begin jaren zeventig onder het pseudoniem A. Tuinman gedichten publiceerde in het tijdschrift De Revisor.
Overigens was niet iedere poëzieliefhebber gecharmeerd van haar gedichten, Gerrit Komrij noemde haar zelfs de aanvoerster van de ‘nieuwe précieuses ridicules’.