Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

Aart van der Leeuw

betekenis & definitie

Nederlands neoromantisch schrijver van poëzie, romans en verhalen (1876–1931). Zijn bekendste en populairste boeken zijn Ik en mijn speelman (1928) en De kleine Rudolf (1930).

Het eerste vertelt over de jonge edelman Claude, die om aan een gedwongen huwelijk te ontkomen meereist met de gebochelde speelman Valentijn. Ze beleven allerlei avonturen en Claude wordt verliefd op het eenvoudige meisje Madeleen. Dit blijkt echter de vrouw te zijn met wie hij moest trouwen; ook zij was op de vlucht voor een gedwongen huwelijk. Het boek speelt zogenaamd in de 18e eeuw maar in feite in de gefantaseerde droomwereld. Beter is De kleine Rudolf, het verhaal van een abnormaal kleine man die te midden van een spotlustige wereld zijn minderwaardigheidsgevoelens weet te overwinnen, vooral dankzij de liefde van Martha, die eveneens uit ‘het land der dwergen’ is. Het boek heeft in zekere zin autobiografische trekken: door zijn vrijwel totale doofheid was ook Van der Leeuw een eenling die maar met moeite in contact kon komen met de maatschappij.

Andere werken
1914 Kinderland (verhalen)
1919 Sint Veith en andere vertellingen
1921 De mythe van een jeugd (verhalen)
1923 De gezegenden (verhalen)
1925 Vluchtige begroetingen (verhalen)
1926 De zwerftochten van Odysseus (roman)
1930 De opdracht (novelle)
1932 Verspreid proza (verhalen)
1934 Die van hun leven vertelden (non-fictie)
1947 Momenten van schoonheid en bezinning (non-fictie)