Gepubliceerd op 13-06-2017

Zesdaagse Oorlog (5-10 juni 1967)

betekenis & definitie

De derde Israëlisch-Arabische oorlog, ook wel de Juni-oorlog genoemd.

De directe aanleiding tot de Zesdaagse Oorlog was de druk van Egypte op de vredesmacht van de Verenigde Naties in de Sinaï om zich terug te trekken. De VN-militairen waren daar sinds de Suez-crisis van 1956 gelegerd. Tegelijkertijd trokken de Egyptenaren troepen in de Sinaï samen en blokkeerde de Egyptische marine evenals in 1956 de Straat van Tiran, waardoor de Israëlische havenstad Eilat werd geïsoleerd. De blokkade gebeurde op verzoek van Syrië, dat bang was voor een Israëlische aanval als vergelding voor Syrische beschietingen van Noord-Galilea vanaf de Golan-hoogten. De Syriërs probeerden daarom Israël van meer dan één zijde te bedreigen.

Om zijn vijanden vóór te zijn, opende Israël op 5 juni 1967 de aanval. In de beginfase van de oorlog schakelde de Israëlische luchtmacht het grootste deel van de luchtmachten van Egypte en Syrië uit, terwijl tevens vliegvelden in Irak en Jordanië werden gebombardeerd. Israëlische pantser- en paratroepen rukten in twee dagen naar het Suezkanaal op. De Israëlische troepen staken vervolgens het Suezkanaal over en vielen Egypte binnen. Het Egyptische leger in de Sinaï werd omsingeld. Ook op andere fronten boekten de Israëli's successen: de oude stad van Jeruzalem werd veroverd, evenals de Gaza-strook en de Golan-hoogten en de westelijke Jordaan-oever (de West Bank).

De Verenigde Naties probeerden te bemiddelen en bereikten op 7 juni een wapenstilstand met Jordanië, op 8 juni met Egypte, op 9 juni met Syrië en op 10 juni met Israël. Israël behield de bezette gebieden als buffer tegen mogelijke nieuwe agressie van de Arabische buurlanden. Het Suezkanaal bleef tot 1975 voor het scheepvaartverkeer gesloten.

De oorlog kostte het leven aan bijna zevenhonderd Israëlische militairen en vele duizenden Arabische militairen en burgers.