Gepubliceerd op 13-06-2017

Waldheim, Kurt (1918)

betekenis & definitie

De vierde secretaris-generaal van de Verenigde Naties (1972-81) en president van Oostenrijk (1986-92).

Waldheim werd in Sankt Andra-Wördern in de omgeving van Wenen geboren als zoon van een leraar. Van 1937-38 diende hij in het Oostenrijkse leger. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moest hij zijn rechtenstudie in Wenen onderbreken om dienst te nemen in de Duitse Wehrmacht. Inmiddels had hij al een diploma behaald aan de Consulaire Academie, een voorbereidingsschool voor diplomaten. In december 1941 raakte hij gewond aan het Oostfront, waardoor hij niet meer voor frontdienst geschikt was. In april 1942 werd hij overgeplaatst naar de Balkan; in de zomer van 1942 was hij tolk in Griekenland. Vanaf 1943 werkte Waldheim bij de inlichtingendienst van Legergroep E.

In 1945 kwam Waldheim in de diplomatieke dienst in Oostenrijk. In de periode 1948-55 was hij in Parijs en Wenen gestationeerd. Van 1955-56 was hij waarnemer bij de Verenigde Naties voor het neutrale Oostenrijk. Waldheim was van 1956-60 ambassadeur in Canada en bekleedde daarna tot 1964 een hoge ambtelijke functie in Oostenrijk. In 1964 keerde hij als permanent vertegenwoordiger van Oostenrijk bij de VN terug. Van 1968-70 was hij Oostenrijks minister van Buitenlandse Zaken. Na een vergeefse poging te hebben gedaan president te worden, ging hij opnieuw naar de VN.

Waldheim werd in 1972 tot secretaris-generaal van de VN gekozen, een functie die hij sober en onopvallend vervulde. In 1981 nam hij ontslag; hij werd hoogleraar in de diplomatie aan de Georgetown Universiteit in Washington.



In 1986 ontstond grote opschudding toen Waldheim zich kandidaat stelde voor de Oostenrijkse presidentsverkiezingen. Er kwamen documenten boven water waaruit zou kunnen worden geconcludeerd dat Waldheim in 1943 als tolk en inlichtingenofficier had geweten van de moord op duizenden Joegoslavische partizanen en de deportatie van 42 000 joden uit het Griekse Saloniki naar concentratiekampen. In zijn eigen biografie stond vermeld, dat hij de laatste drie jaar van de oorlog in Wenen had gestudeerd. Waldheim moest toegeven dat zijn biografie niet klopte, maar bleef ontkennen iets af te weten van de genoemde oorlogsmisdaden. Ondanks de felle internationale campagne werd Waldheim in de tweede ronde van de verkiezingen met een ruime meerderheid tot president gekozen.

Zijn presidentschap was geen succes. Slechts weinig landen wilden het Oostenrijkse staatshoofd ontvangen. De Verenigde Staten ontzegden hem zelfs de toegang tot hun land. In 1991 kondigde hij aan zich niet voor een nieuwe ambtstermijn beschikbaar te stellen. In mei 1992 werd hij opgevolgd door Thomas Klestil.

Wat in de `affaire-Waldheim' (nog) niet is opgehelderd, is de vraag waarom de belastende gegevens over zijn oorlogsverleden pas in 1986 in de publiciteit kwamen en niet toen hij secretaris-generaal van de VN was of toen hij zich in 1970 kandidaat stelde voor het Oostenrijkse presidentschap.