Gepubliceerd op 30-07-2017

Versailles, Vrede van (28 juni 1919)

betekenis & definitie

Vredesverdrag tussen Duitsland en de geallieerden na de Eerste Wereldoorlog.

Het verdrag bevatte voor Duitsland zeer harde bepalingen. De Duitsers moesten Elzas Lotharingen aan Frankrijk, en Poznan en West Pruisen aan Polen afstaan. Het Rijnland kwam voor vijftien jaar onder geallieerd bestuur en werd voorlopig bezet; op de rechteroever van de Rijn moest een strook van vijftig kilometer gedemilitariseerd worden. In Noord- en Centraal-Sleeswijk en in Saarland zouden volksstemmingen worden gehouden over de vraag bij welk land deze gebieden wilden horen. Saarland zou vijftien jaar onder internationaal toezicht komen. Frankrijk mocht gedurende die periode de kolenmijnen exploiteren, een vorm van herstelbetaling. De koloniën (Zuidwest Afrika, Oost Afrika, Togo, Kameroen en de Bismarck eilanden) kwamen onder beheer van de Volkenbond. De Duitse luchtmacht werd volledig ontmanteld; het leger mocht niet meer manschappen tellen dan honderdduizend beroepssoldaten, terwijl de vloot beperkt werd tot maximaal zes oorlogsschepen. Bovendien kregen de Duitsers een bedrag van 132 miljard goudmark aan herstelbetalingen opgelegd. Dit verdrag heeft in Duitsland zeer veel kwaad bloed gezet.

Omdat de ondertekening van het vredesverdrag en het lidmaatschap van de Volkenbond aan elkaar waren gekoppeld, bekrachtigden de Verenigde Staten het verdrag uiteindelijk niet, omdat ze vanwege hun isolationistische politiek geen lid van de Volkenbond wilden worden.

Het vredesverdrag werd op 28 juni 1919 ondertekend, precies vijf jaar na de moord in Sarajevo op de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger Frans Ferdinand en zijn echtgenote Sophie, die de directe aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog vormde.