Gepubliceerd op 13-06-2017

Tanzania

betekenis & definitie

Republiek in Oost-Afrika; op 22 april 1964 ontstaan door de vereniging van Tanganyika en Zanzibar.

Een belangrijk deel van het latere Tanzania was in 1890 als Oost-Afrika (Tanganyika) onder Duits bestuur gekomen. In de Eerste Wereldoorlog veroverden Britse en Zuid-Afrikaanse troepen deze Duitse kolonie. In 1919 werd Duits-Oost-Afrika als mandaatgebied van de Volkenbond overgedragen aan de Britten. Na de Tweede Wereldoorlog beheerden de Britten Tanganyika in naam van de Verenigde Naties.

In 1960 werd Julius Nyerere na een stembusoverwinning premier. Deze verkiezingen gingen vooraf aan het zelfstandig worden van Tanganyika op 9 december 1961.

Het sultanaat Zanzibar, bestaande uit de eilanden Zanzibar, Pemba en Maffia, was in het begin van de negentiende eeuw een handelsmacht (voornamelijk in slaven), die een groot deel van de kust van Oost-Afrika onder controle had. Omstreeks 1870 werd het een Duits protectoraat. In 1890 ruilden Duitsland en Groot-Brittannië Zanzibar tegen het Britse Helgoland (een eiland voor de Duitse kust). Zanzibar werd op 10 december 1963 onafhankelijk. In januari 1964 werd de sultan afgezet; er waren onlusten, waarbij Arabische en Aziatische handelselites door de Afrikaanse bewoners werden aangevallen.

Op 22 april 1964 verenigden Tanganyika en Zanzibar zich tot de Verenigde Republiek Tanganyika-Zanzibar. Op 29 oktober 1964 werd de naam van de republiek veranderd in Tanzania. Deze naam bestaat uit drie delen: `Tan' voor Tanganyika; `Zan' voor Zanzibar, terwijl de uitgang `ia' is afgeleid van Asania, de Griekse naam voor Oost-Afrika uit de Oudheid.

Sjeik Karume van Zanzibar werd de tweede man in de regering van Nyerere, die inmiddels president was geworden. Zij maakten van Tanzania een eenpartijstaat door op het vasteland de Tanganyika African National Union (TANU, Afrikaanse Nationale Unie van Tanganyika) het monopolie te geven en op het eiland alleen de Shirazi-partij toe te staan. Op Zanzibar culmineerde het verzet tegen de federatie met het vasteland en tegen het eenpartijstelsel in 1972 in de moord op de sjeik. In 1977 gingen de TANU en Shirazi-partij op in de Chama Cha Mapinduzi (CCM, Revolutionaire Partij van Tanzania). Tanzania werd een socialistische staat met landbouwcoöperaties en genationaliseerde bedrijven. Veel Arabische en Aziatische handelaren werden het land uitgezet.

Op 1 oktober 1973 besloot de Tanzaniaanse regering de hoofdstad Dar es Salaam de komende tien jaar geleidelijk te vervangen door Dodoma, dat in het geografische hart van het land ligt.

In 1979 deed het Ugandese leger een inval in Tanzania. Tanzaniaanse troepen verdreven de agressors en maakten een einde aan de macht van dictator Idi Amin in Uganda. Tanzania was een bondgenoot van veel bevrijdingsbewegingen die de blanke minderheidsregimes in Zuidelijk Afrika bestreden.



Nyerere was de voorvechter van het Ujamaa-socialisme, dat inhield dat de ontwikkeling van de Tanzaniaanse economie gebaseerd diende te zijn op eigen initiatief en zelfvertrouwen. De wereld reageerde enthousiast op de Arusha-declaratie van 1967 (Arusha is een stad in Tanzania), waarin Nyerere een socialistisch programma aankondigde, waarbij de belangrijkste productiemiddelen gezamenlijk eigendom werden van boeren en arbeiders, samengebracht in collectieve dorpen. Al het land en de natuurlijke hulpbronnen behoorden toe aan de bevolking van die dorpen. Sociaal gezien was dit programma een succes: het analfabetisme werd teruggedrongen, de medische zorg verbeterde, terwijl de sociale voorzieningen relatief goed werden. Economisch gezien bleek het Ujamaa-socialisme echter geen succes. De overheidsuitgaven groeiden heel sterk, onder meer door het gratis verstrekken van gezondheidszorg, onderwijs en water. Doordat Tanzania aanvankelijk veel ontwikkelingshulp ontving, bleven de negatieve gevolgen gemaskeerd. Toen de buitenlandse hulpbronnen echter door sombere berichten uit Tanzania begonnen op te drogen, bleek de Tanzaniaanse economie er slecht aan toe te zijn. Na 1977 werd de Ujamaa-politiek afgezwakt om particulier initiatief de ruimte te geven, terwijl het systeem in 1987 grotendeels werd afgeschaft.

President Ali Hassan Mwinyi, die Nyerere in 1985 opvolgde, oriënteerde zich meer dan zijn voorganger op de westerse wereld. Hij was de wegbereider van de democratisering, die in juni 1992 in de invoering van een meerpartijenstelsel resulteerde. Bij tussentijdse verkiezingen in april 1993 behaalde de CCM een grote overwinning. De eerste landelijke presidentsverkiezingen met meer partijen werden in twee ronden eind 1995 gehouden. De eerste ronde op 29 oktober werd door waarnemers van het Britse Gemenebest `de meest chaotische in de geschiedenis van het Gemenebest' genoemd. In de tweede ronde op 19 november behaalde minister van Buitenlandse Zaken Benjamin Mkapa 61,8 procent van de stemmen, en werd daarmee de nieuwe president. De CCM was intern verdeeld geraakt tussen socialisten en kapitalisten. Ook op Zanzibar won de CCM de parlementsverkiezingen; Salmin Amour werd de nieuwe president.

In tegenstelling tot de democratisering op het vasteland deed zich op Zanzibar een tegengestelde ontwikkeling voor. Op het eiland kreeg het moslimfundamentalisme meer invloed en nam de politieke onderdrukking toe, een van de redenen waarom er op het vasteland stemmen opgingen een aparte regering voor Tanganyika in te stellen. Een andere reden was dat Zanzibar met slechts drie procent van de bevolking een onevenredig deel van het nationaal inkomen ontving.