De vrede tussen de republiek Oostenrijk en de geallieerden, na de Eerste Wereldoorlog.
De vrede van Saint-Germain maakte definitief een einde aan het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije, dat op 12 november 1918 na de troonsafstand van keizer Karel I door een republiek was vervangen.
Oostenrijk moest Tsjechoslowakije, Joegoslavië, Polen en Hongarije erkennen, landen die vroeger grotendeels tot het keizerrijk hadden behoord. Verder moest Oostenrijk Oost-Galicië aan Polen afstaan; Trentino, Triëst, Zuid-Tirol en Istrië aan Italië en de Boekovina aan Roemenië. Het leger werd tot een politiemacht van dertigduizend man teruggebracht. Oostenrijk had voortaan geen directe verbinding met de zee meer.
