Gepubliceerd op 30-07-2017

Sahel, Droogte in de (1968-74)

betekenis & definitie

Extreme droogte, die hongersnood veroorzaakte in het overgangsgebied van de Sahara-woestijn naar het tropisch regenwoud in Afrika.

Sahel (of Sahil) is het Arabische woord voor grens(land). De Sahel is een klimaatszone die tweehonderd à driehonderdvijftig kilometer breed is, en die door Kaapverdië, Mauritanië, Senegal, Gambia, Mali, Burkina Faso, Niger, Nigeria, Tsjaad, Sudan, Ethiopië, Somalië en Kenya loopt. De Sahel bestaat uit steppen en savannen waar jaarlijks slechts honderdvijftig tot vijfhonderd millimeter neerslag valt. Het gebied is bijzonder kwetsbaar wanneer de regen uitblijft. Vroeger boden de nomaden in de Sahel droogteperioden het hoofd door kleine kudden aan te houden en uit te wijken naar reserveweiden. Verder vulden ze voedseltekorten door ruilhandel en seizoenarbeid aan.

Door de kolonisatie van Afrika aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw, werd de nomaden een andere levenswijze opgedrongen. Ze moesten hun ruilhandel staken en zich vrijwel volledig op de veeteelt richten. De groter wordende kudden begraasden permanent de reserveweiden, waardoor het delicate evenwicht in de Sahel werd verstoord. Al in de jaren 1908-13 maakte een droogteperiode een groot aantal slachtoffers.

Echt rampzalig was de droogte die in 1968 begon. Tot 1974 stierven ongeveer vijfentwintig miljoen schapen, geiten, runderen en kamelen; ongeveer de helft van de veestapel. De hongersnood kostte circa honderdduizend mensen het leven. Door internationale hulpacties verbeterde de situatie in de jaren 1972-73.

De droogte van 1968-74 bleek geen incident. Klimaatsveranderingen en overbeweiding leidden in 1976-77 en 1983-85 opnieuw tot extreme droogte. Dankzij hulpverlening en aangepaste landbouwmethoden werden deze jaren beter doorstaan.