Gepubliceerd op 13-06-2017

Raspoetin, Grigorij Jefimovitsj (1871-1916)

betekenis & definitie

Russisch monnik, die grote invloed uitoefende op tsarina Alexandra, de echtgenote van Nicolaas II.

Raspoetin werd in Siberië geboren als zoon van een boer. De naam Raspoetin was een bijnaam van Grigorij Jefimovitsj Novitsj en betekent letterlijk: de losbandige. Hij trouwde in 1895 en kreeg drie kinderen.

Raspoetin werd lid van een religieuze sekte. Hij verliet zijn gezin en ondernam een pelgrimstocht naar de kloosters op de Griekse berg Athos. Na twee jaar kwam hij terug als een Siberische mysticus en een `heilige monnik'. Hij beweerde ongewone krachten te bezitten om zieken te genezen. In 1903 trok Raspoetin naar Sint-Petersburg, waar hij in de huizen van vooraanstaande Russen furore maakte.

In 1907 werd hij naar het hof van tsaar Nicolaas II gehaald om als gebedsdokter en wonderdoener kroonprins Aleksej, die aan hemofilie leed, te genezen. Vooral tsarina Alexandra was erg onder de indruk van de man die velen als een charlatan beschouwden; via haar kreeg hij veel invloed op de politiek. Zijn macht was het grootst in de Eerste Wereldoorlog toen de tsaar lange tijd aan het front verbleef en het bestuur van Rusland bij Alexandra berustte. Op advies van Raspoetin werden tal van onbekwame personen in de regering benoemd. In adellijke kringen ontstonden geruchten over een verhouding tussen Raspoetin en Alexandra. Bovendien werden zij ervan verdacht een afzonderlijke vrede met Duitsland na te streven om daarna het liberalisme in Rusland in de kiem te smoren. Het vertrouwen in het hof slonk door het optreden van Raspoetin enorm. In december 1916 werd hij door vorst Felix Joesopov in diens paleis vermoord. Joesopov was een aangetrouwde neef van de tsaar.