Gepubliceerd op 30-07-2017

Oezbekistan

betekenis & definitie

Republiek in Centraal-Azië, ten zuidoosten van het Aralmeer en begrensd door Kazachstan, Turkmenistan, Kirgizië en Tadzjikistan; sinds 26 augustus 1990 onafhankelijk. Oezbekistan is lid van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS).

In de vijftiende eeuw bracht de val van het Mongoolse Rijk in Centraal-Azië verschillende Oezbeekse dynastieën aan de macht, die er onder meer de onafhankelijke rijken Chiva en Boechara stichtten. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden deze rijken door Rusland veroverd; de emirs van Chiva en Boechara bleven echter onder Russische soevereiniteit formeel hun gezag uitoefenen. Hoewel de Russische kolonisten de islamitische cultuur ontzagen, wekten zij toch veel weerstand op bij de plaatselijke bevolking. In 1916 kwamen de Oezbeken in opstand, waarbij zij zich echter veel minder fel weerden dan de Kazachen en de Kirgiezen.

De boerenbevolking van Oezbekistan nam geen deel aan de oktoberrevolutie van 1917, waardoor het Sovjetregime een overwegend Russisch karakter kreeg. In 1920 werden Chiva en Boechara omgevormd tot volksrepublieken; deze werden op 27 oktober 1924 verenigd in de Unierepubliek Oezbekistan, die tot 1991 deel uitmaakte van de Sovjetunie. De republiek werd in deze periode beschouwd als een soort Sovjetetalage voor de derde wereld. Dit gold met name voor de hoofdstad Tasjkent, die in 1966 door een zware aardbeving werd getroffen en vervolgens op voortvarende wijze werd hersteld.

De ineenstorting van de Sovjetunie aan het eind van de jaren tachtig leidde ook in Oezbekistan tot de opkomst van verschillende religieuze, etnische en politieke stromingen, die vrijelijk hun onvrede met het oude communistische gezag gingen uiten. De spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen kwamen in juni 1989 in ernstige ongeregeldheden in de Oezbeekse steden tot uiting. De Opperste Sovjet van Oezbekistan verklaarde de republiek op 20 juni 1990 soeverein en op 26 augustus onafhankelijk; Oezbekistan bleef echter deelnemen aan het overleg met de centrale Sovjetregering tot behoud van de Sovjetunie. Toen evenwel door de oprichting van het GOS (8 december 1991) het voortbestaan van de oude unie in feite onmogelijk werd gemaakt, sloot ook Oezbekistan zich op de conferentie van Alma Ata (21 december 1991) bij het GOS aan. In december 1992 werd in Oezbekistan een nieuwe grondwet ingevoerd, die verkiezingen met meerdere partijen mogelijk maakte.

Oezbekistan is een van de armste republieken van de voormalige Sovjetunie. De nieuwe regering handhaafde na de onafhankelijkheid de centraal geleide planeconomie met grote subsidies en strenge controle op de prijzen en de productie. Aanvankelijk werd Oezbekistan hierdoor gespaard voor hoge inflatie en een sterke daling van de productie, zoals in andere voormalige Sovjetrepublieken. Onder druk van Rusland werd Oezbekistan echter gedwongen in 1993 in plaats van de roebel een eigen munteenheid in te voeren, waarna de inflatie sterk toenam. De regering startte toen met een programma van economische hervormingen, waarin ook was voorzien in de privatisering van de industrie.

Tussen 25 december 1994 en 22 januari 1995 werden verkiezingen gehouden voor het nieuwe parlement van Oezbekistan, de uit één kamer bestaande Oli Majlis (Opperste Assemblée). Er mochten slechts twee partijen meedoen. De vroegere communistische Democratische Volkspartij (PDP) van president Islam Karimov behaalde negenenzestig van de tweehonderdvijftig zetels, en haar bondgenoot de Vooruitgangspartij voor het Vaderland (FP) veertien zetels. De resterende honderdzevenenzestig zetels gingen naar kandidaten van lokale autoriteiten; honderdtwintig van hen behoorden tot de PDP, waardoor deze partij een zeer grote meerderheid in het parlement verkreeg. In een referendum op 26 maart 1995 werd de zittingstermijn van president Islam Karimov, die in maart 1990 door de Opperste Sovjet was gekozen, verlengd tot het jaar 2000.