Voorliefde voor het eigen land en het eigen volk.
Nationalisme is het streven om datgene wat als nationaal wordt beschouwd te bevorderen: taal, gewoonten, cultuur en grondgebied. Nationalisme gaat meestal gepaard met een zekere afkeer van buitenland en buitenlanders (het vreemde).
Er zijn in de twintigste eeuw tal van voorbeelden van nationalisme: het Italiaanse fascisme van Benito Mussolini streefde naar een sterk Italië; Adolf Hitler stimuleerde het Duitse nationalisme; in de Verenigde Staten was de Ku-Klux-Klan nationalistisch door zich tegen alles te keren dat `on-Amerikaans' was.
In West-Europa werd na de Tweede Wereldoorlog het nationalisme enigszins afgeremd door het proces van Europese eenwording. Buiten Europa was nationalisme daarentegen vaak de drijfveer van de wens tot dekolonisatie: koloniën maakten zich van het Europese moederland los om als zelfstandige staat verder te gaan.