Gepubliceerd op 30-07-2017

München, Conferentie van (29 en 30 september 1938)

betekenis & definitie

Overleg tussen Duitsland, Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië over de situatie in Tsjechoslowakije.

In de zomer van 1938 waren de spanningen over Sudetenland, een Duitstalig deel van Tsjechoslowakije, aanzienlijk toegenomen. De nationaal-socialistische beweging van de Sudetenduitsers eiste aansluiting bij Duitsland. Hitler leek bereid een oorlog over Sudetenland te riskeren. Op initiatief van de Italiaanse leider Benito Mussolini werd in München een conferentie gehouden.

Op de conferentie werd besloten dat Tsjechoslowakije aan Duitsland vier gebieden zou afstaan waar overwegend Sudetenduitsers of andere Duitssprekenden woonden. Hongarije en Polen kregen op hun verzoek eveneens delen van Tsjechoslowakije, waar respectievelijk Hongaarse en Poolse minderheden woonden. Een internationale commissie zou de definitieve grenzen vaststellen. Tsjechoslowakije, dat niet tot de besprekingen was toegelaten, kon weinig anders doen dan de bepalingen accepteren.

De conferentie van München wordt als het dieptepunt van de appeasementpolitiek gezien. De hoop dat door toe te geven aan Hitlers eisen een oorlog kon worden voorkomen, bleek ijdel. Op 15 maart 1939 bezetten Duitse troepen de overblijvende delen van Tsjechoslowakije.

De Sovjetunie nam het Frankrijk en Groot-Brittannië kwalijk, dat zij niet bij de conferentie was betrokken. Het land had op dat moment goede betrekkingen met Frankrijk. Sovjetleider Stalin vermoedde dat er in München een complot tegen zijn land was gesmeed: Frankrijk en Groot-Brittannië zouden Duitsland de vrije hand in het oosten van Europa hebben gegeven in ruil voor de belofte zelf niet aangevallen te zullen worden. Mede als gevolg van deze conferentie zocht Stalin toenadering tot Duitsland, wat op 23 augustus tot het opzienbarende Molotov-von Ribbentrop-pact leidde.