Gepubliceerd op 13-06-2017

Malenkov, Georgij Maksimilianovitsj (1902-88)

betekenis & definitie

Sovjetrussisch politicus; een protégé van Stalin.

Malenkov brak zijn studie af om in het Rode Leger te dienen. Tijdens de Russische burgeroorlog was hij politiek commissaris. Na een technische opleiding in Moskou werkte hij van 1925-30 op het persoonlijke secretariaat van Stalin. Als beschermeling van Stalin maakte hij in de jaren dertig carrière in de Communistische Partij. In 1939 werd Malenkov tot lid van het Centraal Comité benoemd en kreeg hij het toezicht op de industriële ontwikkeling van de Sovjetunie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde hij van 1942-44 een grote rol in het Staats Defensie Comité, een soort oorlogskabinet dat de leiding over de Sovjetunie op zich had genomen.

In 1946 viel Malenkov tijdelijk in ongenade en kreeg zijn politieke tegenstander Andrej Zjdanov meer invloed. Na Zjdanovs dood in 1948 trad Malenkov weer op de voorgrond. Hij ontketende in februari 1949 een grootscheepse terreurcampagne tegen aanhangers van Zjdanov, die bekend werd als de Leningrad-affaire. De campagne die tot oktober 1950 duurde, maakte ook slachtoffers in Moskou, de Oekraïne en de Krim.



Na de dood van Stalin in maart 1953 werd Georgij Malenkov voorzitter van de ministerraad en secretaris-generaal van de partij, functies die hem voor korte tijd tot de machtigste man van de Sovjetunie maakten. In deze periode begon hij voorzichtig toenadering tot het Westen te zoeken en verhoogde hij de productie van consumptiegoederen ten koste van de zware industrie. Malenkov werd echter voorbijgestreefd door Nikita Chroesjtsjov; in 1955 moest hij zijn belangrijkste functies opgeven. Zijn val werd mede veroorzaakt door het bekend worden van zijn rol in de Leningrad-affaire. Van 1955-57 was Malenkov minister voor Elektrische Energie. In 1957 werd hij tot directeur van een elektriciteitscentrale in Kazachstan gedegradeerd, wegens zijn betrokkenheid bij de anti-partijgroep, die oppositie had geboden aan Chroesjtsjov. Malenkov werd in 1961 uit de partij gezet en leefde sindsdien teruggetrokken in Moskou.