Gepubliceerd op 13-06-2017

Macmillan, Maurice Harold, (1894-1986)

betekenis & definitie

Brits politicus; premier van 1957-1963.

MacMillan bezocht de beroemde kostschool in Eton en studeerde vervolgens in Oxford. Als militair raakte hij tijdens de Eerste Wereldoorlog drie keer gewond. Na de oorlog werkte hij tot 1940 in de uitgeverij die door zijn grootvader Daniel Macmillan was opgericht. Van 1924-29 en van 1931-64 was Macmillan lid van het Britse Lagerhuis voor de Conservative Party. Macmillan had belangstelling voor sociale problemen. Hij bekritiseerde de economische politiek van de Britse regering en keerde zich tegen de appeasementpolitiek van premier Neville Chamberlain. In 1940 werd hij opgenomen in het oorlogskabinet van Winston Churchill; van 1942-45 was Macmillan minister voor Noord-Afrika. In de jaren vijftig was hij achtereenvolgens minister van Woningbouw (1951-54), Defensie (1954-55), Buitenlandse Zaken (1955) en Financiën (1955-57).

In 1957 volgde Harold MacMillan zijn partijgenoot Anthony Eden op, die politiek was gestruikeld over de Suez-crisis. MacMillan slaagde erin de relatie met de Verenigde Staten te verbeteren die door de Suez-crisis waren verslechterd. In 1959 bezocht hij Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov in de hoop de betrekkingen tussen Oost en West te kunnen verbeteren.



De hoge kosten die het instandhouden van de welvaartsstaat met zich meebracht in combinatie met een stagnerende Britse economie, dwongen de regering tot het beperken van de buiten-Europese verplichtingen ten gunste van meer samenwerking met Europese landen. Onder Macmillan werd daarom de dekolonisatie van het Britse Rijk in Afrika en Zuidoost-Azië voortgezet; overigens niet alleen uit financieel-economische overwegingen. Op 3 februari 1960 hield hij in Kaapstad een beroemde redevoering, die bekend is geworden als de `wind-of-change-speech'. Hij zei onder meer: `Of we het nu aangenaam vinden of niet, deze groei van het nationaal bewustzijn is een politiek feit. Wij moeten dit allen aanvaarden als een politiek feit. Onze nationale politiek moet daarmee rekening houden.' Groot-Brittannië verstond de tekenen van de tijd. Voor de blanke Zuid-Afrikanen was dit een harde boodschap.

Hoewel Macmillan in 1959 de verkiezingen inging met de leus `You've never had it so good', ging het economisch niet zo goed als hij suggereerde. De inflatie werd hoger, terwijl de werkloosheid groeide. Daarom ook werden de strijdkrachten ingekrompen en werd meer het accent gelegd op (goedkopere) kernwapens. Macmillan sloot een overeenkomst met de Verenigde Staten over het plaatsen van Amerikaanse raketten op Britse onderzeeboten.

Onder zijn verantwoordelijkheid werden onderhandelingen over de Britse aansluiting bij de Europese Economische Gemeenschap gevoerd, die in 1963 echter op een Frans veto strandden.

Interne tegenstellingen binnen de Conservative Party en een seksschandaal van minister van Defensie John Profumo en zijn secretaresse Christine Keeler, die tegelijkertijd de maîtresse van de marine-attaché van de Sovjetunie was, leidden tot het aftreden van Macmillan; hij werd opgevolgd door Alec Douglas-Home.