Gepubliceerd op 13-06-2017

Kashmir

betekenis & definitie

Gebied in de Himalaya dat de inzet is geweest van vele conflicten tussen India en Pakistan.

De vorst van Kashmir werd in 1846 door de Britten als onafhankelijke maharadja erkend. Driekwart van de bevolking was moslim. Toen de Britse koloniale heersers zich in 1947 uit het Indiase subcontinent terugtrokken, wilde maharadja Hari Singh bij voorkeur onafhankelijk blijven. Invallen van moslims uit de grensstreek met Afghanistan brachten de Hindoevorst er echter toe zich bij India aan te sluiten. Pakistan wierp zich echter als beschermer van de islamitische meerderheid van de bevolking op. Tussen oktober 1947 en januari 1949 vonden enkele gevechten plaats tussen Indiase en Pakistaanse troepen, de eerste Indiaas-Pakistaanse oorlog. Door tussenkomst van de Verenigde Naties werd een wapenstilstand bereikt. Kashmir werd tussen India en Pakistan verdeeld.

In 1951 deed de maharadja afstand van de troon ten gunste van zijn zoon. Het parlement van Kashmir verklaarde het vorstendom echter tot republiek. In januari 1957 werd Kashmir formeel een onderdeel van India als de staat Jammu en Kashmir. Daarmee was het conflict niet opgelost. Kashmir bleef in de daaropvolgende jaren voor onrust zorgen.

Grensconflicten tussen India en de Volksrepubliek China maakten Kashmir in oktober 1962 opnieuw tot een strijdtoneel. Chinese troepen drongen diep door in dit gebied en konden pas na Britse en Amerikaanse hulp door India worden teruggedrongen (Indiaas-Chinese oorlog).

Ook de tweede Indiaas-Pakistaanse oorlog (1965-66) ging over Kashmir. Door diplomatieke inspanningen van de VN en de Sovjetunie werd een staakt-het-vuren bereikt.

Tijdens de derde Indiaas-Pakistaanse oorlog, die in 1971 als een burgeroorlog tussen Oost- en West-Pakistan begon, werd ook in Kashmir gevochten.

Daarna is het onrustig gebleven in dit gebied, waar Indiase ordetroepen met harde hand het moslimverzet de kop indrukken. Pakistan claimt nog steeds een gedeelte van Kashmir dat door India wordt bestuurd.



In 1995 werd Kashmir opgeschrikt door een reeks ontvoeringen van toeristen door de onafhankelijkheidsorganisatie Al-faran. De groepering eiste de vrijlating van militante moslimstrijders uit Indiase gevangenissen in ruil voor de ontvoerde toeristen. Toen de Indiase regering weigerde op het ultimatum in te gaan, doodde Al-faran een Noorse toerist.