Gepubliceerd op 13-06-2017

Karmal, Babrak (1929)

betekenis & definitie

Afghaans politicus; president en leider van de Afghaanse Communistische Partij (1980-86).

Karmal behoorde tot de gematigde pro-Sovjetvleugel van de Democratische Volkspartij van Afghanistan. Deze partij pleegde op 27 april 1978 in Kabul een bloedige staatsgreep, waarbij de autoritaire regering van president Khan Daud ten val werd gebracht. Karmal werd daarna tot vice-premier benoemd. In september van datzelfde jaar werd hij door de radicale en nationalistische vleugel van de partij weggezuiverd. Karmal werd tot ambassadeur in Praag gedegradeerd.



Kort na de Sovjetinmenging in Afghanistan in december 1979 werd Babrak Karmal door de Sovjets teruggeroepen. Hij verving de radicale Hafizullah Amin als president en werd daarnaast secretaris-generaal van de Communistische Partij. Karmal voerde een gematigde politiek. Hij liet de politieke gevangenen van zijn voorganger vrij en probeerde toenadering te zoeken tot de islamitische verzetsgroepen. De Sovjetunie dwong hem echter tot het nemen van hardere maatregelen tegen het verzet. Zo moest Karmal de dienstplicht aanscherpen om voldoende troepen te recruteren voor een Afghaans leger dat aan de zijde van het Sovjetleger in de guerrillaoorlog tegen de rebellen meevocht.

Karmal werd in mei 1986 als partijleider afgezet. Op 20 november 1986 moest hij, volgens de officiële versie `om gezondheidsredenen', ook het presidentschap neerleggen.