Gepubliceerd op 13-06-2017

Karel I (1887-1922)

betekenis & definitie

Keizer van Oostenrijk en, als Karel IV, koning van Hongarije van 1916-18.

De Habsburger Karel I was de zoon van aartshertog Otto en de achterneef van keizer Frans Jozef (1848-1916). Na de moord op aartshertog Frans Ferdinand op 28 juni 1914 werd hij troonopvolger. Op 21 november 1916 volgde hij Frans Jozef op als keizer van Oostenrijk-Hongarije.

Karel I trachtte los van Duitsland vrede te sluiten om de deelname van Oostenrijk-Hongarije aan de Eerste Wereldoorlog te beëindigen; de onderhandelingen met de geallieerden liepen echter op niets uit. In oktober 1918 probeerde hij zijn keizerrijk om te vormen tot een bondsstaat. Toen dat mislukte, deed hij in Oostenrijk op 11 november 1918 afstand van de troon en twee dagen later ook in Hongarije. Het keizerrijk werd vervangen door een republiek.

In april en oktober 1921 ondernam Karel I vanuit Zwitserland nog pogingen om door middel van een staatsgreep in Hongarije de monarchie te herstellen. Deze pogingen werden verijdeld door Miklós Horthy, die het Habsburgse Huis in november 1921 van de troon vervallen verklaarde. Karel werd daarna door de geallieerden naar het eiland Madeira verbannen.