Gepubliceerd op 13-06-2017

India

betekenis & definitie

Een federale republiek in Azië, bestaande uit vijfentwintig deelstaten en zeven autonome gebieden; onafhankelijk geworden op 15 augustus 1947.

India en Pakistan vormden tot 15 augustus 1947 Brits-Indië. Na het verkrijgen van de onafhankelijkheid namen de vijandelijkheden tussen Hindoes en moslims toe. In India domineerden de Hindoes en in Pakistan de moslims. Feitelijk was er sprake van oorlog. Circa tien miljoen mensen vluchtten naar gebieden waar hun geloof domineerde; er vielen ongeveer één miljoen slachtoffers. Na 1948 bleef de verhouding tussen beide landen lange tijd gespannen; er waren diverse conflicten (Indiaas-Pakistaanse oorlogen).

India kreeg in 1950 zijn eerste grondwet, die geïnspireerd was door Britse en Amerikaanse voorbeelden. De grondwet voorziet in een president, gekozen door een kiescollege, bijgestaan door een staatsraad, die ook het kabinet met ministers van de regerende partij omvat. Daarnaast is er een parlement, dat uit een Hogerhuis en een Lagerhuis bestaat. Net als in de VS lijken de grondwetten van de deelstaten in hoofdlijnen op de federale grondwet.

Indiaas eerste premier Nehru streefde naar een bemiddelende rol voor India tussen Oost en West (`een brug tussen de naties'). Zijn ideaal de leiding te krijgen in de Aziatische wereld werd in 1962 ruw verstoord door een grensconflict met de Volksrepubliek China, waarbij India zich genoodzaakt zag de hulp van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten in te roepen (Indiaas-Chinese oorlog).



Na een korte regeerperiode van Shastri, volgde Indira Gandhi haar vader in 1966 op. Onder haar bewind pakte India het probleem van de overbevolking aan door actief geboortenbeperking te propageren. Indira bleef met een onderbreking van 1977-80 tot 1984 aan de macht. In dat jaar werd zij vermoord. Spanningen tussen Hindoes en Sikhs waren de directe oorzaak. Ook Indira Gandhi's zoon en opvolger Rajiv Gandhi werd het slachtoffer van een moordaanslag. Ook zijn dood in 1991 had te maken met interne spanningen in het immense land. Sindsdien verkeert de regerende Congrespartij door corruptieschandalen in een verzwakte machtspositie.

India heeft een opmerkelijke economische ontwikkeling doorgemaakt. Ondanks de bevolkingsgroei van ongeveer 350 miljoen in 1950 tot ruim achthonderd miljoen halverwege de jaren negentig, is het land erin geslaagd voldoende voedsel te produceren. De industrie heeft zich zo sterk ontwikkeld, dat India in staat is eigen satellieten te maken, die in een baan om de aarde worden gebracht. Ook heeft het land kernwapens ontwikkeld. De sociale tegenstellingen zijn echter nog zeer groot, grote rijkdom en bittere armoede komen naast elkaar voor.