Gepubliceerd op 13-06-2017

Ierse Vrijstaat (1921-37)

betekenis & definitie

De voorloper van het onafhankelijke Ierland (Iers: Saorstát Éireann).

De stichting van de Ierse Vrijstaat was een uitvloeisel van het Ierse streven naar zelfbestuur, dat zich al sinds het begin van de negentiende eeuw uitte in strijd, opstanden en politieke acties. Vlak vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verleende het Britse parlement Home Rule (zelfbestuur) aan Ierland. Door het uitbreken van de oorlog werd de uitvoering van de wet opgeschort. Tijdens de oorlog ontstonden hierdoor grote spanningen, die zich ontlaadden in de bloedige Paasopstand van 1916. Na de oorlog laaiden de vijandelijkheden weer op. Bij de verkiezingen van 1918 behaalde de Ierse vrijheidsbeweging Sinn Fein een grote overwinning. In 1919 stelde de Sinn Fein een eigen parlement samen (Dáil Éireann) en verklaarde Ierland onafhankelijk. Groot-Brittannië trachtte met geweld zijn invloed in Ierland te behouden. In december 1920 werd in Londen de wet op het bestuur van Ierland aangenomen. Ulster (Noord-Ierland) en de rest van het eiland kregen beide een eigen parlement; bovendien mochten ze vertegenwoordigers naar het Britse parlement in Londen sturen. In december 1921 kreeg Ierland met uitzondering van Ulster als Ierse Vrijstaat de status van Brits dominion. Op 25 oktober 1922 nam de Dáil Éireann een grondwet aan die op 6 december in werking trad; daarmee werd de Ierse Vrijstaat officieel geproclameerd.

Tussen 1922-23 woedde er een burgeroorlog tussen de tegenstanders van de verdeling van Ierland en de gematigde Ierse regering, die door de regering werd gewonnen. In 1926 brak Sinn-Fein-leider Eamon de Valéra met zijn beweging en richtte de Fianna Fáil Partij op. In 1932 werd hij premier van de Ierse Vrijstaat.

In december 1937 verklaarde Ierland zich volledig onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk en veranderde de naam Ierse Vrijstaat in Eire (Ierland).