Gepubliceerd op 30-07-2017

Engeland, Slag om (augustus-oktober 1940)

betekenis & definitie

De luchtoorlog boven Engeland in de zomer en de herfst van 1940.

Toen de Britse premier Churchill in juli 1940 een Duits vredesaanbod van de hand wees, beval Hitler de Duitse legerleiding operatie-Zeeleeuw voor te bereiden, de codenaam voor de invasie van Engeland. De legerleiding stelde dat een invasie alleen kon slagen als Duitsland boven het Kanaal en Zuid-Engeland heer en meester in de lucht was. Van augustus tot oktober 1940 woedde daarom een verbitterde luchtslag tussen de Duitse Luftwaffe en de Engelse Royal Air Force (RAF).

De Duitsers openden de aanval met bombardementen op Britse industriële centra, luchthavens, vliegvelden, radarstations, verbindingscentra en het scheepvaartverkeer in het Kanaal. De Engelse verliezen waren in de eerste fase van de luchtslag hoog. Dankzij radarwaarneming konden de Engelse Hurricanes en Spitfires dáár worden ingezet waar ze het hardst nodig waren. Daardoor werd een belangrijk deel van het numerieke voordeel van de Duitsers weggenomen.

Na een Engels bombardement op Berlijn verlegden de Duitsers begin september als wraakneming het zwaartepunt van hun aanvallen naar terreurbombardementen vanuit de lucht van Londen en andere grote steden. Ondanks de zware verliezen aan mensenlevens betekende deze wijziging een belangrijk voordeel voor Engeland; de RAF kreeg de kans op adem te komen. De Luftwaffe verloor zijn greep op de luchtoorlog.

Tussen 10 juli en 31 oktober 1940 verloren de Duitsers 1733 toestellen en de Engelsen 915. Er sneuvelden 449 Engelse piloten. Churchill drukte het belang van de gewonnen luchtoorlog als volgt uit: `Never was so much owed by so many to so few.'

Op 12 oktober 1940 werd operatie-Zeeleeuw verschoven naar het voorjaar van 1941. Uiteindelijk ging de invasie helemaal niet door.