Spaans politicus, wiens dood de aanleiding van de Spaanse burgeroorlog was.
Calvo Sotelo was van 1919-25 conservatief afgevaardigde in het Spaanse parlement. Van 1925-30 was hij minister van Financiën in de regering van de militaire dictator Miguel Primo de Rivera, die door oppositie van links en rechts in 1925 was gedwongen ook niet-militairen in zijn kabinet op te nemen. Na het uitroepen van de republiek in 1931 wierp Calvo Sotelo zich op als leider van de monarchistische partij, die de terugkeer van koning Alfonso XIII eiste. In februari 1936 behaalden de republikeinse partijen, verenigd in het Volksfront, een verkiezingsoverwinning. In de periode van verwarring die hierop volgde, pleegden zowel linkse als rechtse groepen politieke moorden. Als leider van de oppositie nam Calvo Sotelo het initiatief tot de voorbereiding van een tegen de Volksfront-regering gerichte opstand. Hij werd op 13 juli 1936 vermoord. De moord op Calvo Sotelo was de directe aanleiding van de staatsgreep van een aantal officieren in Spaans-Marokko op 17 juli, die uitmondde in de Spaanse burgeroorlog (1936-39).
