Gepubliceerd op 13-06-2017

Afghanistan, Sovjetinmenging in (1979 89)

betekenis & definitie

Militaire inmenging van de Sovjetunie in Afghaanse binnenlandse aangelegenheden, die resulteerde in een uitzichtloze guerrillaoorlog.

In december 1979 stuurde de Sovjetunie een troepenmacht van 85 000 man naar Afghanistan. Volgens de Sovjets had de bevriende regering van president Hafizullah Amin op grond van een verdrag uit 1978 hulp gevraagd. De Afghaanse vrijheid zou worden bedreigd door acties vanuit Iran en Pakistan, met steun van de Verenigde Staten. Kort na de inval werd Amin ten val gebracht en vervangen door Babrak Karmal, een vertrouweling van Moskou, die in Oost Europa in ballingschap leefde. De reacties in het Westen op de inmenging van de Sovjetunie waren zeer fel, omdat Afghanistan buiten de traditionele invloedssferen van de Sovjetunie lag. Concrete maatregelen bleven echter beperkt tot het opschorten van Amerikaanse graanleveranties aan de Sovjetunie en een boycot van de Olympische Spelen van 1980 in Moskou door enkele westerse landen.

De Sovjetunie bleek zich in een wespennest te hebben gestoken. De guerrillaoorlog die de islamitische verzetsgroepen (mujaheddin) voerden, was de Sovjettroepen te machtig. Het Afghaanse verzet werd via Pakistan royaal van Amerikaanse wapens voorzien.

Op 15 mei 1988 begon de uittocht van de Sovjetstrijdmacht, die 15 februari 1989 werd voltooid. Er waren 14 453 Sovjetmilitairen in Afghanistan om het leven gekomen. Het communistische bewind in Kabul zette de strijd tegen de verdeelde verzetsgroepen voort. In het lemma Afghanistan is meer informatie over de gebeurtenissen na 1989 te vinden.